Vergoeding bedrijfsfitness niet versoepeld
Voor fitnessen op de locatie waar de werknemer wil is geen vrijgestelde vergoeding weggelegd. Dit is het antwoord dat staatssecretaris De Jager van Financiën op Kamervragen over de knelpunten in de huidige Regeling Bedrijfsfitness geeft. Werkgevers zien de aanwijzing van één vaste locatie als een van de knelpunten in de Fitnessregeling.
De meeste werknemers sporten in de avonduren en dus in de gemeente waar zij wonen. Er is geen fitnesscentrum dat in alle woonplaatsen vestigingen heeft, waardoor een overeenkomst sluiten met een fitnessbedrijf met verschillende vestigingen, voor veel werknemers geen oplossing is.
De Jager wimpelt het probleem van de werkgevers af. Hij vindt dat ook werknemers die niet in de vestigingsplaats van hun werkgever wonen van de regeling gebruik kunnen maken. Ze kunnen volgens de staatssecretaris direct na werktijd of in pauzes tussen werktijden in fitnessen.
Beloningsvoordeel
Een vrijstelling voor individuele fitness past volgens de staatssecretaris niet binnen het systeem van belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen. Het gaat namelijk niet om kosten die voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking worden gemaakt en er is ook geen sprake van vergoedingen die naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren. Dergelijke kosten worden ook door anderen dan werknemers gemaakt.
Een vrijstelling van vergoedingen voor de kosten voor individuele fitness leidt bovendien tot een aanzienlijke derving aan loonheffingen, omdat werknemers die nu zelf de fitnesskosten betalen, volgens het zogenoemde cafetariasysteem belast loon zouden gaan inleveren voor een belastingvrije vergoeding.
Tip
De staatssecretaris stelt een onderzoek in naar vereenvoudiging van het regime van vrije vergoedingen en verstrekkingen, waarvan bedrijfsfitness ook deel uitmaakt. Hij ziet in dat het huidige regime te complex in regelgeving en uitvoering is.
Meer over vrijgestelde vergoedingen vindt u in het Handboek Belonen.