Er komt dus één regeling voor iedereen die (gedeeltelijk) kan werken en nu nog een beroep doet op de Wet arbeidsongeschiktheidsuitkering jonggehandicapten (Wajong), de Wet sociale werkvoorziening (WSW), de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ).

 

Iedereen, die met ingang van 1 januari 2013 instroomt, valt onder de nieuwe WWNV. Het uitgangspunt is dat mensen met een arbeidsbeperking in eerste instantie werk zoeken bij een gewone werkgever. Als dat echt niet lukt, kunnen zij een beroep doen op het sociale vangnet.

 

WWNV

Werkgevers, die een arbeidsbeperkte in dienst nemen betalen alleen het deel van het loon waarvoor de medewerker arbeidsproductief is. De overheid vult het inkomen van de medewerker vervolgens aan tot maximaal het wettelijke minimumloon. Valt de medewerker met een arbeidsbeperking uit en de werkgever heeft een no-riskpolis, dan hoeft hij geen loon door te betalen. Zo blijven de risico’s van het in dienst nemen van een medewerker dus beperkt.

 

Let op

Als u een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer in dienst neemt of houdt, gelden de eerste vijf jaar beperkte financiële risico's als deze werknemer ziek of arbeidsongeschikt wordt (no-risk-polis). Als de werknemer in de eerste vijf jaar ziek wordt, dan moet u weliswaar de eerste twee jaar het loon doorbetalen, maar krijgt u daarvoor van Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) compensatie via de Ziektewet. De uitkering van de Ziektewet compenseert overigens niet alle loononderdelen zoals vakantietoeslag, pensioenpremie, kinderopvang en spaarloon.