Duurzaam gedrag stimuleren bij medewerkers vanuit omgevingspsychologie: 3 voorbeelden
Om als organisatie integraal te verduurzamen is draagvlak en betrokkenheid vanuit medewerkers cruciaal. Maar hoe creëer je die? Vanuit mijn interesse in omgevingspsychologie deel ik in dit artikel hoe je onbewust duurzaam gedrag bij medewerkers kunt stimuleren.
Per dag maken mensen zo’n 10.000 keuzes, waarvan het grootste gedeelte onbewust. Die keuzes zijn gebaseerd op 3 zogeheten goalframes, filters die we gebruiken bij het verwerken van informatie het maken van keuzes. De 3 goalframes zijn als volgt te onderscheiden:
- Hedonistisch: gericht op het jezelf beter of aangenamer voelen – vaak gericht op de korte termijn;
- Gain, ofwel winst: gericht op het behoud of het verbeteren van persoonlijke resources, meestal gericht op de middel- en lange termijn;
- Normatief: gericht op het goede doen en leven volgens sociale normen en waarden. Hoe abstracter deze normen zijn, hoe moeilijker het is om in te schatten wat ‘het goede’ is.
Steeds is één van deze goalframes dominant. De andere twee hebben een versterkende of juist verzwakkende invloed. Dit verklaart waarom we het soms zo lastig vinden om duurzame keuzes te maken. Vanuit een hedonistische goalframe – vaak het sterkst aanwezig – maak je graag verre reizen, terwijl je weet dat reizen met het vliegtuig niet echt duurzaam is (normatief).
Spelen met de invloed van goalframes
Goalframes staan dus niet op zichzelf en ze zijn dynamisch. Ze kunnen worden beïnvloed door verschillende factoren. Als organisatie kun je hierop inspelen en zo duurzaam gedrag stimuleren.
Interne factoren
Naast het verkleinen van de invloed van de hedonistische en gain goalframes, bijvoorbeeld door duurzame alternatieven goedkoper (bv. middels subsidies) of comfortabeler (bv. sneller, toegankelijker, veiliger, etc.) te maken, is het van belang om de invloed van het normatieve goalframe te vergroten. Dit kan bijvoorbeeld door kennis te vergroten. Hoe meer men weet, hoe meer men geneigd is gedrag aan te passen. Als daarbij tevens duidelijk is wat de impact van bepaald gedrag is, dan heeft dit een versterkend effect.
Externe factoren
Ook de omgeving heeft invloed op duurzaam gedrag. De sociale omgeving is zo’n factor. Dit betekent dat wanneer de mensen om je heen zich duurzaam gedragen, je eerder geneigd bent om dat ook te doen: je conformeert je hiermee aan de sociale norm. Dit effect wordt versterkt als er daadwerkelijk mensen bij je in de buurt zijn ('sociale controle'). Je bent dan bijvoorbeeld minder snel geneigd een papiertje op de grond te gooien, omdat iemand anders daar iets van kan vinden en je hierop kan aanspreken.
Draagvlak en betrokkenheid beïnvloeden | 3 voorbeelden
Met betrekking tot de draagvlak en betrokkenheid van medewerkers betekent dit dus dat je deze kunt beïnvloeden. Dat doe je door effectief gebruik te maken van ‘cues’ ofwel omgevingssignalen. Hieronder geven we een aantal voorbeelden:
- Maak duurzaamheid concreet en communiceer hierover. Wat doet de organisatie aan duurzaamheid en waarom is dat belangrijk? Wat zijn de doelen en hoever zijn we daarmee? Maak het meetbaar en stel gezamenlijke doelen. Geef hierbij ook duidelijk aan wat medewerkers kunnen doen om hun steentje bij te dragen.
- Zet ambassadeurs in. Dit zijn collega’s met wie anderen zich kunnen identificeren vanuit een positieve en inspirerende benadering. Dus niet vanuit controle. Ambassadeurs kunnen bijdragen aan het uitdragen van de sociale norm.
- Maak het de medewerkers makkelijker zich duurzaam te gedragen en zorg voor de juiste faciliteiten. Wil je de Co2-footprint van je organisatie verminderen? Zorg dan voor goede thuiswerkfaciliteiten (minder reizen), een (elektrische) fietsplan of maak collectieve elektrische vervoersmiddelen beschikbaar. Wil je minder verspilling? Zorg dat je herbruikbare notebooks hebt in plaats van papieren notebooks. Of gerecyclede post-its en whiteboards in plaats van flipovers. Zonder dat men het weet, is men zo steeds duurzamer bezig!