Loonafspraken terug op pre-corona-niveau
Met een gemiddelde van 3,1 procent in maart zijn de loonafspraken terug op het niveau van vlak voor het uitbreken van de coronacrisis, voorjaar 2020. Met dit maandgemiddeld wordt de opwaartse trend in cao-afspraken voortgezet en kruipt het jaargemiddelde richting de 3 procent.
Dat stelt AWVN in haar cao-maandbericht over maart. Volgens de werkgeversvereniging geeft het gemiddelde van de afgelopen maand aan dat de uitkomsten van de cao-onderhandelingen een vrij normaal patroon volgen waarin de loonafspraken met een vertraging de ontwikkeling van de economie volgen.
Het aantal nieuw-afgesloten cao’s was in maart met 23 hoger dan verwacht. In een ‘gewone’ maart-maand zijn het er 20.
AWVN stelt vast dat in veel onderhandelingen een eenzijdige focus op loonafspraken wordt gelegd. Hierdoor dreigt in veel bedrijven en bedrijfstakken de financiële ruimte helemaal opgaat aan loonsverhogingen, waardoor er geen ruimte meer overblijft voor zaken als de toekomstige vaardigheden van medewerkers om mee te kunnen komen in de transitie naar een groene en digitale economie.
Kerncijfers
- Loonafspraken maart 2022 gemiddeld 3,1 procent
- Loonafspraken geheel 2022 gemiddeld 2,8 procent
- Loonafspraken geheel 2021 gemiddeld 2,1 procent
- Hoogste maandgemiddelde afgelopen jaren 3,1 procent in december 2019
- Laagste maandgemiddelde afgelopen jaren 1,7 procent in november 2020
- Aantal nieuwe cao-akkoorden in maart 2022 23
- Gemiddeld aantal nieuwe cao-akkoorden in maand maart 20
- Aantal aflopende cao’s in 2022 385 voor 2,7 miljoen werknemers
- Aantal vernieuwde cao’s die in 2022 ingaan 109 voor 1,5 miljoen werknemers
- Aantal openstaande cao’s op dit moment (expiratie in 2022) 276 voor 1,2 miljoen werknemers
- Aantal openstaande cao’s op dit moment met expiratie in 2021 64 cao’s (310.000 werknemers)
Analyse
Het patroon in de maandgemiddelden van cao-afspraken is nog steeds normaal: na gunstige economische berichten volgen stijgende loonafspraken met een vertraging van meestal tenminste een jaar. Nu lijkt de loonstijging iets sneller te zijn ingezet, wat waarschijnlijk terug te voeren is op de zeer snelle omslag van economische groei in krimp en van krimp in groei in 2020 en 2021.
Daarbij wordt de huidige stijging van de lonen versterkt door krapte op delen van de arbeidsmarkt. Hoewel die krapte naar verwachting voorlopig zal aanhouden, wordt de daardoor veroorzaakte opwaartse druk op de lonen tegengewerkt door oplopende bedrijfskosten (energieprijzen), drastisch verslechterde economische voorspellingen en onzekere bedrijfseconomische vooruitzichten. Dat kan leiden tot een afvlakking van de loontrend aldus de AWVN.