Steeds meer mensen werken in een 'activiteitgerelateerde' werkomgeving, waar ze geen vaste plek hebben, maar flexibel gebruik kunnen maken van verschillende soorten plekken. Het is een prima concept, maar de uitvoering laat helaas vaak te wensen over. Dit blijkt uit twee wetenschappelijke studies die onlangs werden gepubliceerd in het Journal of Environmental Psychology, als onderdeel van het promotieonderzoek 'De psychologie van de flexplek' van Jan Gerard Hoendervanger, senior onderzoeker bij het Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen en hogeschooldocent bij het Instituut voor Bedrijfskunde.