Werkgevers moeten zitcultuur werknemers aanpakken
Nederlandse werknemers zijn zich nog onvoldoende bewust van de risico’s van te veel stilzitten op het werk. 19 procent van de zittende werknemers beweegt helemaal niet tijdens een werkdag, 34 procent komt nauwelijks van zijn of haar werkplek en 14 procent doet soms aan rekken of rondlopen.
Uit het onderzoek van vacaturesite Jobbird blijkt dat meer dan de helft van werkend Nederland te lang zit op een dag. Slechts 33 procent van de respondenten heeft een actieve baan waarbij veel bewogen wordt. “Men is zich niet voldoende bewust van de risico’s, terwijl zitten het arbeidsrisico van de 21e eeuw dreigt te worden”, zegt Peter-Jan Mol van Kenniscentrum Sport, het nationale kennisinstituut op terrein van sport en beweging. Lang zitten brengt meerdere risico’s met zich mee en vergroot de kans op hart- en vaatziekten, diabetes, kanker en mogelijk ook depressie. Volgens recent onderzoek van TNO zitten Nederlanders gemiddeld 10,1 uur per dag en is daarmee de Europese koploper.
Angst voor productiviteitsverlies
“Werkgevers zouden iets moeten doen aan dit probleem, maar meestal zijn ze er niet of onvoldoende mee bezig”, zegt Mol. “Werkgevers zijn bovendien vaak ook bang voor productiviteitsverlies wanneer werknemers minder zitten. Uit onderzoek is gebleken dat dit niet het geval is.” Mol geeft ook aan dat sommige medewerkers wel meer willen bewegen, maar dat hun baan dat niet toelaat doordat er een ´sta-cultuur’ heerst.
Om de risico’s van het vele zitten te compenseren moet je minstens een uur intensief sporten per dag, maar dat halen de meeste mensen bij lange na niet. Daarom is het beter om niet te compenseren, maar op de werkdag zelf actief te blijven, vertelt Mol. Ook wil Mol werkgevers bewust maken dat er genoeg gedaan kan worden zonder investering, zoals staand vergaderingen doen of telefoontjes plegen, de trap nemen en zelf koffie halen. “Door te adviseren bij campagnes van belangenorganisaties en het verspreiden van kennis en oplossingen voor dit probleem, hopen we werkgevers te ondersteunen bij het veranderen van de zitcultuur.”