Arbeidsongeschikt: nevenwerkzaamheden geen reden ontslag op staande voet
Een verkoper is voor 25 uur per week in dienst bij de Keukenkampioen wanneer hij arbeidsongeschikt raakt wegens nekklachten. De bedrijfsarts oordeelt dat de werknemer 2 tot 3 uur per dag passende werkzaamheden kan verrichten. De werknemer geeft hier gehoor aan en werkt 2,5 uur per dag. Wanneer de Keukenkampioen ontdekt dat de werknemer daarnaast echter ook werkzaamheden verricht voor het bedrijf van zijn schoonvader, wordt de werknemer op staande voet ontslagen. De werknemer verzet zich hiertegen en vordert in kort geding wedertewerkstelling en loondoorbetaling.
De kantonrechter leest, in tegenstelling tot de Keukenkampioen, niet in het oordeel van de bedrijfsarts dat de werknemer pas naar huis zou mogen gaan “als het niet meer zou gaan”. De kantonrechter benadrukt bovendien dat dit ook niet wenselijk zou zijn. De werknemer is immers niet altijd in staat zijn situatie juist te beoordelen of door omstandigheden op het werk verantwoorde keuzes te maken. Niet voor niets wordt het oordeel over de arbeidsongeschiktheid niet aan partijen overgelaten maar aan de bedrijfsarts of het UWV. De werknemer mag zich in beginsel houden aan de vaststelling door de bedrijfsarts.
Geen bedrog of grove veronachtzaming
De werknemer wordt verweten dat hij heeft gezwegen waar hij had moeten spreken omdat hij niet met zijn behandelend arts, noch met de bedrijfsarts of met de Keukenkampioen heeft gesproken over de werkzaamheden in het bedrijf van zijn schoonvader. De Keukenkampioen wordt anderzijds verweten dat zij op de hoogte was van de nevenwerkzaamheden van de werknemer, maar deze niet ter sprake heeft gebracht. Hierdoor kan niet worden aangenomen dat de werknemer de Keukenkampioen bewust heeft voorgelogen en/of bedrogen.
Daarnaast is van belang dat onduidelijk is of de nevenwerkzaamheden naar hun aard te verenigen zijn met de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Wat voor nevenwerkzaamheden de werknemer heeft verricht is niet helder en de Keukenkampioen heeft nagelaten de werknemer hier naar te vragen of de bedrijfsarts daarvoor in te schakelen. Dat er sprake is van een grove veronachtzaming van de plichten volgend uit de arbeidsovereenkomst staat dan ook allerminst vast.
De kantonrechter concludeert dat een ontslag op staande voet niet is gerechtvaardigd en wijst de vorderingen van de werknemer toe.
Kantonrechter Tilburg, 24 april 2013, LJN: BZ9126
Tip
Uitgangspunt is dat de werkgever het recht heeft een ziekmelding te controleren en dat de inspanningen van partijen er op gericht zijn zo snel mogelijk te komen tot werkhervatting. Of een werknemer voldoet aan zijn verplichtingen is vaak afhankelijk van een medisch oordeel daaromtrent, dat enkel door een bedrijfsarts (of het UWV) gegeven kan worden. Blijft de werknemer in gebreke dan moet de werkgever allereerst de loondoorbetaling opschorten of stopzetten. Een ontslag (op staande voet) van een zieke werknemer is enkel in zeer uitzonderlijke gevallen geoorloofd.