De kantonrechter geeft de werknemer gelijk, maar het Gerechtshof staat de functieverlaging en salarisafbouw toe. Het Hof stelt dat in de eerste plaats gekeken moet worden of de werkgever aanleiding heeft kunnen vinden tot het wijzigen van de arbeidsvoorwaarden en of het voorstel redelijk is. Alle omstandigheden van het geval zijn daarbij van belang, zoals de aard van de gewijzigde omstandigheden en de aard en ingrijpendheid van het voorstel, en – naast het belang van de werkgever en zijn onderneming – de positie van de werknemer en zijn belang bij het ongewijzigd blijven van zijn arbeidsvoorwaarden (de ‘Stoof/Mammoet-toets’).

 

Niet strijdig met goed werkgeverschap

De werkgever heeft volgens het Hof voldoende gedaan om het functioneren van de werknemer op peil te brengen. Tot drie maal toe heeft de werkgever een mentor ingeschakeld om het functioneren te verbeteren. Daarnaast blijkt uit de beoordelingsformulieren, gespreksverslagen en overige correspondentie dat de werknemer langdurig onvoldoende heeft gefunctioneerd. Omdat de functie van 1^e verkoopmedewerker slechts één functieniveau lager is en de salarisafbouw over een periode van 3 jaar wordt verspreid, acht het Hof de eenzijdige wijziging van de arbeidsovereenkomst niet in strijd met het goed werkgeverschap.

 

Gerechtshof Leeuwarden, 30 augustus 2011, LJN BR6239

 

Tip

Disfunctioneren hoeft niet meteen te leiden tot een ontslag. Als verbetering van functioneren niet optreedt, kan een werkgever – afhankelijk van de omstandigheden – eenzijdig besluiten de werknemer in een lagere functie te plaatsen en een lager salaris toe te kennen.