Checklist kort- en langdurig zorgverlof
Sinds 1 juli 2015 kunnen werknemers voor meer mensen kortdurend en langdurend zorgverlof opnemen. Met name verlof aanvragen voor niet-familieleden blijkt voor werknemers lastig te zijn, omdat werkgevers moeilijk kunnen controleren of zijn werknemer de enige is die zorg kan verlenen.
Werknemers kunnen zorgverlof aanvragen voor mensen uit de omgeving die ziek of hulpbehoevend zijn. Het betreft dan:
- (stief)kinderen, partner, ouders, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen (tweedegraads bloedverwanten);
- andere huisgenoten dan kinderen of partner (bijvoorbeeld een inwonende tante);
- bekenden (iemand met wie hij een sociale relatie heeft, bijvoorbeeld schoonouders, een buurvrouw of vriend).
Instemmen met een aanvraag voor zorgverlof voor een sociale relatie (Voor bovenbuurman kort- of langdurend zorgverlof opnemen) is voor de werkgever een heikel punt. Het is voor de werkgever immers moeilijk te controleren of de sociale relatie van zijn werknemer niemand anders heeft die voor hem kan zorgen?
Checklist
- Laat uw werknemer voldoende aannemelijk maken dat hij daadwerkelijk de aangewezen persoon is die de verzorging op zich moet nemen. Kan de werknemer dit niet, dan kunt u het verzoek afwijzen.
- U kunt een goed onderbouwd verzoek ook afwijzen als er sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang.
- Stemt u in met het verzoek, maak dan afspraken om het zorgverlof zo kort mogelijk te laten zijn. U kunt afspreken dat er naarstig wordt gezocht naar iemand anders die de zorg op zich kan nemen of de zorg kan delen. Houd daarover gedurende het verlof contact met uw werknemer.
- Kortdurend zorgverlof: twee maal het aantal werkuren per week binnen twaalf maanden. De werknemer ontvangt tenminste 70 procent van het salaris.
- Langdurend zorgverlof: zes maal werkuren per week in twaalf maanden. De werknemer heeft geen recht op salaris.