Meer arbeidsongeschikten aan het (vrijwilligers)werk
Ruim 60 procent van de 64 tot 74-jarige AOW’ers heeft vrijwilligerswerk of geeft informele hulp. Ook boven de 75 jaar is nog ruim 25 procent vrijwillig aan het werk en geeft 18 procent informele hulp, zo meldt het Centrale Bureau van de Statistiek.
Mannen en vrouwen tussen de 55 en de 64 jaar zijn juist minder vaak vrijwillig aan het werk de laatste jaren. Maar deze mensen hebben weer meer betaald werk dan enkele jaren geleden.
Betaalde baan erbij
Over alle Nederlanders gezien doet 44 procent vrijwilligerswerk. Dat is vooral werk in besturen, in de kerk of moskee, voor sportverenigingen, op school of in de verzorging. Van alle vrijwilligers heeft bijna 87 procent een betaalde baan erbij van minimaal twaalf uur per week.
Hogere leidinggevenden doen vaker vrijwilligerswerk dan handarbeiders, maar besteden er in verhouding minder tijd aan. Werklozen geven vaak informele hulp.
AOW en VUT
Mensen met een uitkering volgens de AOW kunnen elke soort vrijwilligerswerk dat zij willen doen. Vrijwilligerswerk tijdens de VUT is toegestaan, voor zover er sprake is van ‘zuiver’ vrijwilligerswerk. Het mag bijvoorbeeld niet gaan om werkzaamheden die normaal gesproken worden verricht door betaalde arbeidskrachten. Voor mensen tot 65 jaar geldt er sollicitatieplicht.
Hoe zit het met de onkostenvergoeding?
U kunt de vrijwilliger een vergoeding geven voor de kosten die te maken hebben met het vrijwilligerswerk. Het kan een vergoeding zijn van de werkelijk gemaakte en aantoonbare kosten. Het kan ook een vast bedrag zijn, de zogenoemde forfaitaire vergoeding, voor kosten die niet aangetoond hoeven te worden. Organisaties mogen zelf beslissen hoe hoog die vergoeding is.
Het maximale bedrag voor een forfaitaire onkostenvergoeding is € 735 per jaar of € 21 per week. De vaste onkostenvergoeding en de vergoeding van aantoonbare werkelijke kosten worden niet in mindering gebracht op de AOW. Andere vergoedingen of beloningen voor vrijwilligerswerk worden wel verrekend met de uitkering.