Vakantiegeld: vier fabels én de feiten
Uit onderzoek van Vakbond CNV uitgevoerd door Maurice de Hond blijkt dat 1,7 miljoen werknemers, werkzaam in de horeca, evenementenbranche en reissector, dit jaar geen vakantiegeld krijgen. Maar mag dat eigenlijk wel? En moet het vakantiegeld altijd in mei uitbetaald worden?
Mark Bloem, directeur bij SD Worx Nederland, deelt een aantal van de meest voorkomende feiten en fabels over het vakantiegeld.
Feit: 8 procent over het brutoloon
Veruit de meest voorkomende regeling voor berekening van vakantiegeld, is een opbouw van 8 procent over het brutoloon voor iedere maand die je werkzaam bent geweest gedurende het ‘vakantiegeldjaar’. Je reserveert dus eigenlijk maandelijks een bedrag aan vakantiegeld en deze reservering wordt vervolgens in de maand mei uitbetaald. Vaak wordt de vakantiegeldreservering afgedrukt op de salarisstrook, zodat je door het jaar heen kunt bijhouden wat je al aan vakantiegeld hebt opgebouwd.
Het precieze verloop van het ‘vakantiegeldjaar’ is afhankelijk van de cao of bedrijfsregeling die voor jouw organisatie van toepassing is. Meestal loopt zo’n jaar van juni vorig jaar tot en met mei van het lopende jaar, maar het komt ook voor dat het jaar loopt van januari tot en met december van het lopende jaar. In het laatste geval krijg je dan in mei feitelijk het vakantiegeld 7 maanden vooruitbetaald.
Fabel: vakantiegeld zomaar uitstellen
De werkgever mag de betaling van het vakantiegeld niet zomaar uitstellen. Het is wel mogelijk om schriftelijk een ander moment van uitbetaling af te spreken. Dat kan bijvoorbeeld handig zijn als de werkgever (tijdelijke) betalingsproblemen heeft, wat voor diverse werkgevers nu het geval is. Je dient dus duidelijke afspraken met elkaar te maken over wanneer het vakantiegeld dan wel overgemaakt wordt.
Werkgevers zijn wettelijk verplicht om vakantiegeld uit te betalen en mogen het niet zomaar in het loon ‘verstoppen’. Mei is alleen niet de enige maand waarin de werkgever het bedrag mag uitkeren. Het mag bijvoorbeeld ook in de maand juni, of het mag in termijnen uitbetaald worden. Zolang het totale bedrag maar binnen de afgesproken termijn op de rekening staat.
Feit: ook bij ziekte ontvang je vakantiegeld
Het vakantiegeld wordt berekend over het brutoloon. Wanneer je in loondienst werkt, betaalt de werkgever je salaris gewoon door als je ziek bent vanwege de loondoorbetalingsplicht van twee jaar. Ook in dat geval blijf je dus vakantiegeld opbouwen over je salaris.
Het kan wel zo zijn dat je bij langdurige ziekte bijvoorbeeld maar 70 procent van je brutosalaris krijgt uitbetaald. Daarmee is het brutosalaris gewijzigd, wat vervolgens effect heeft op het totale bedrag aan vakantiegeld. Dan ontvang je dus ook alleen over die 70 procent van het salaris vakantiegeld.
Fabel: voor overwerk krijg je geen vakantiegeld uitbetaald
De hoogte van het vakantiegeld wordt, zoals gezegd, berekend over het loon dat is verdiend in het afgelopen jaar. Andere betalingen, zoals winstuitkering en eindejaarsuitkering, tellen niet mee voor de berekening. Maar wat gebeurt er wanneer je regelmatig overwerkt en die uren ook krijgt uitbetaald? Sinds 2018 moeten werkgevers voor overwerk ook gemiddeld het minimumloon betalen. Dit betekent dat zij dus vakantiegeld over deze extra uren moeten betalen. Het vakantiegeld wordt berekend over de volle waarde van de overuren, en dus ook over de eventuele overwerktoeslag.
“Het vakantiegeld is ieder jaar weer een welkom extraatje op de loonstrook van vele werknemers”, vertelt Bloem. “Werknemers houden hier rekening mee in hun uitgavepatroon. Wanneer het moment van het uitbetalen van vakantiegeld plots lijkt te wijzigen is het belangrijk om te weten wat je rechten zijn als werknemer.”