Als werkgever kunt u bijdragen aan een inclusieve arbeidsmarkt door iedereen een kans te geven op werk en daarmee invulling geven aan uw SROI-verplichtingen. Of misschien wel het behalen van een PSO-certificering. In deze whitepaper bespreken we de meest recente regelgeving om een inclusieve arbeidsmarkt te bevorderen. Ook lichten we een aantal instrumenten uit die u kunt gebruiken om inclusief te ondernemen.
Minister Carola Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) heeft het Wetsvoorstel vereenvoudiging banenafspraak en quotumregeling vandaag aan de Tweede Kamer aangeboden. De nieuwe wet moet het simpeler en aantrekkelijker voor werkgevers maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
In de maand juli ontvangen werkgevers de definitieve beschikking Wtl (Wet tegemoetkoming loondomein). Hierin staat opgenomen welk bedrag je ontvangt voor het loonkostenvoordeel (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) en het jeugd-LIV. De Belastingdienst betaalt deze tegemoetkomingen binnen 6 weken na de ontvangst van de definitieve beschikking.
Een nieuw jaar betekent ook weer de nodige veranderingen op de arbeidsmarkt en in het arbeidsrecht.
In 2022 verandert er een aantal regels op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Een overzicht.
Een paar recente uitspraken waaruit volgt dat het altijd opletten blijft in het arbeidsrecht: vervaltermijnen, motivering en wettelijke verhoging.
De transitievergoeding die werkgevers een werknemer moeten betalen wanneer deze wordt ontslagen, haalde eerder dit jaar het nieuws. Ondernemers zouden als gevolg van de coronacrisis moeite hebben met het betalen van de vergoeding, met name aan werknemers die jarenlang in dienst zijn en daardoor recht hebben op een hoog bedrag. Vooralsnog lijkt dit niet direct tot faillissementen te leiden, maar de roering rondom de transitievergoeding werpt wél licht op een onderliggend aspect: wordt de vergoeding nog wel gebruikt waarvoor hij oorspronkelijk in het leven is geroepen?
Sinds inwerkingtreding van de Wet arbeidsmarkt in balans (de 'Wab') geldt op grond van artikel 7:628a lid 5 BW voor werkgevers de verplichting om werknemers met een oproepovereenkomst -nadat deze 12 maanden heeft geduurd- een aanbod voor een vaste arbeidsomvang te doen, die tenminste gelijk is aan de gemiddelde arbeidsomvang in de voorafgaande periode van 12 maanden. Over deze situatie wordt maar weinig geprocedeerd. Maar onlangs werd een uitspraak gepubliceerd waarin een oproepkracht, met succes, aanspraak maakte op loon zoals bedoeld in artikel 7:628a lid 8 BW.
Een van de in de wet (artikel 7:669 lid 3 sub c BW) opgenomen ontslaggronden is frequent verzuim. Oftewel: “het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeid als gevolg van ziekte of gebreken van de werknemer met voor de bedrijfsvoering onaanvaardbare gevolgen, mits het bij regelmaat niet kunnen verrichten van de bedongen arbeids niet het gevolg is van onvoldoende zorg van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden van de werknemer en aannemelijk is dat binnen 26 weken geen herstel zal optreden en dat binnen die periode de bedongen arbeid niet in aangepaste vorm kan worden verricht".
Werknemer treedt op 15 december 2020 in dienst bij een zorgorganisatie. 15 januari 2021 wordt werknemer door werkgever aangesproken op een stroeve samenwerking met collega's. 5 februari vindt een tweede evaluatiegesprek plaats. Werknemer wordt dan overgeplaatst naar een ander organisatieonderdeel. 2 maart wordt werknemer mede gedeeld dat de samenwerking ook daar niet goed gaat. Vanaf 8 maart hoeft werknemer niet meer te komen en dient werkgever een ontbindingsverzoek in.