Gemeenten worden volgend jaar verplicht om mensen die niet in een gewone werkomgeving kunnen werken beschut werk aan te bieden. In de Wet zit ook de mogelijkheid dat mensen bij wie op de werkplek wordt vastgesteld dat zij niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, worden opgenomen in het doelgroepregister, via de zogenaamde Praktijkroute.
De kantonrechter Rotterdam heeft onlangs geoordeeld in een geschil over de aanzegboete. De werknemer in kwestie was werkzaam op grond van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar. Omdat de werknemer niet naar behoren functioneerde, werd hij halverwege het jaar vrijgesteld van werk tot het einde van het dienstverband.
Als sprake is van opvolgend werkgeverschap dient een nieuwe werkgever rekening te houden met het aantal dienstjaren van de betreffende werknemer bij zijn/haar voormalige werkgever. Hetzelfde kan gelden voor het aantal opvolgende contracten voor bepaalde tijd bij de voormalige werkgever. Met de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) zijn onder meer deze regels per 1 juli 2015 gewijzigd teneinde werknemers meer bescherming te bieden. Recent nieuws over doorstarten na faillissement duidt erop dat deze wijzigingen niet altijd het beoogde effect hebben.
De transitievergoeding is onder andere verschuldigd wanneer de werkgever de arbeidsovereenkomst opzegt en de arbeidsovereenkomst langer dan 24 maanden heeft geduurd. In de navolgende zaak zegt de werkgever de arbeidsovereenkomst op maar neemt daarbij vermoedelijk bewust een te korte opzegtermijn in acht.
Sinds 1 januari 2015 zijn werkgevers verplicht om de werknemer uiterlijk een maand van tevoren schriftelijk te informeren of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (van langer dan zes maanden) al dan niet wordt voortgezet en zo ja, onder welke voorwaarden. Wat wordt verstaan onder een maand van tevoren? Wat wordt verstaan onder schriftelijk? En wat zijn de gevolgen indien er niet tijdig of niet schriftelijk wordt aangezegd?
De hoogte van de transitievergoeding is afhankelijk van de duur van een dienstverband. Maar de vergoeding wordt niet in alle gevallen uitgekeerd. Er zijn twee uitzonderingen.
Voorheen kon men ontslaggronden bij elkaar optellen om zo tot een redelijke grond te komen. Sinds de Wwz is dit niet meer mogelijk. De Wwz eist een voldragen redelijke grond. Het optellen van ontslaggronden mag niet meer. De h-grond is dus geen restcategorie voor deze gevallen. Waarvoor is de h-grond dan wel?
Het bruto loon vormt de basis voor de berekening van de hoogte van de vergoeding aanzegtermijn en de transitievergoeding. Voor medewerkers met bijvoorbeeld een oproepcontract ligt dat anders.
Bij reorganisatieontslag kan de ontslagvergoeding van oudere werknemers waarvan het pensioen nadert lager uitvallen dan die van jongere werknemers. Dit is het geval als de ontslagvergoeding in het toepasselijke sociaal plan is gemaximeerd tot de verwachte inkomensderving tot de pensioenleeftijd. In een recente uitspraak heeft het hof Den Bosch zich uitgelaten over de vraag in hoeverre dit ‘aftoppen’ van ontslagvergoedingen een verboden onderscheid wegens leeftijd oplevert.
In onze vorige blog heb ik beschreven: hoe kun je draagvlak creëren in je organisatie voor mensen met een arbeidsbeperking. Nu wil ik graag 1 stap verder gaan, maak van samenwerken met een collega met een arbeidsbeperking een succes, maar hoe?
In deze live online masterclass van een halve dag leer je hoe je een dossier opbouwt en een specifiek verbeterplan opstelt bij disfunctioneren van een medewerker. Inclusief wettelijk kader ontslagbeoordeling