In een nieuwe verkennende studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is gesproken met 18 klantmanagers uit 12 gemeenten en 9 werkgevers over hun ervaringen. In hoeverre belemmeren problemen met gedrag, uiterlijk en taal volgens hen de arbeidsmarktkansen van bijstandsontvangers? Hoe gaan klantmanagers om met bijstandsontvangers die zich ongepast gedragen of kleden of het Nederlands onvoldoende beheersen en denken zij dat sancties effectief zijn?
Gebrekkige vaardigheden
Problemen met gedrag, uiterlijk en taal komen volgens klantmanagers en werkgevers met enige regelmaat voor bij werkzoekenden in de bijstand. Het gaat bijvoorbeeld om gebrekkige werknemersvaardigheden (te laat komen, zich niet afmelden, snel in conflictsituaties terecht komen) en een onverzorgd of ongepast uiterlijk (tatoeages, slonzige kleding, sterk afwijkend kapsel). Volgens een ruwe schatting van de klantmanagers heeft circa 20 tot 40 procent van hun cliënten problemen met werknemersvaardigheden, 10 tot 20 procent een ongepast uiterlijk, en 20 à 30 procent problemen met de Nederlandse taal. Werknemersvaardigheden en Nederlands kunnen spreken zijn volgens zowel de werkgevers als de klantmanagers belangrijke voorwaarden om aan de slag te kunnen gaan. Dit geldt ook bij laaggeschoold of eenvoudig werk. Het dragen van een hoofddoek belemmert volgens klantmanagers de arbeidsmarktkansen niet, hoewel niet alle werkgevers een hoofddoek accepteren.
Geen sancties
Vaak wordt verondersteld dat het dreigen met een sanctie (korten op de uitkering) ervoor zorgt dat bijstandsontvangers sneller aan het werk gaan. Klantmanagers denken dat sancties soms kunnen helpen, maar ze leggen die maar weinig op. Voor uiterlijk en taal gebeurt het nauwelijks, voor gedrag in beperkte mate. De klantmanagers noemen verscheidene redenen waarom sanctieoplegging vaak achterwege blijft. Ze wijzen erop dat bijstandsontvangers vaak psychische problemen (circa 25 procent) of fysieke belemmeringen (circa 30 procent) hebben. Problemen met gedrag, uiterlijk en taalbeheersing zijn de cliënt daarom niet altijd aan te rekenen. Verder raken sancties soms ook anderen, bijvoorbeeld bij gezinnen met kinderen; dat valt niet altijd te rechtvaardigen.
Adviseren en stimuleren
Een deel van de bijstandsontvangers merkt bovendien niets van een sanctie, omdat zij in de schuldhulpverlening zitten en een strafkorting niet in mindering wordt gebracht op het leefgeld. Ook is sanctioneren een ingewikkelde juridische procedure die veel tijd en moeite vergt. Ten slotte kan sanctieoplegging soms contraproductief zijn: als de vertrouwensband erdoor wordt geschaad, kan het moeilijker blijken de betrokkene aan werk te helpen. Om deze redenen kiezen klantmanagers vaak voor andere manieren om mensen te stimuleren zich anders te kleden of te gedragen, bijvoorbeeld door een kledingadvies, een sollicitatietraining, of een re-integratietraject.