De meeste organisaties hebben geen beleid om vrouwen in topposities te stimuleren, blijkt uit onderzoek van Mercer onder 5.321 organisaties in 41 EMEA-landen (Europa, Midden-Oosten en Afrika).
Jurgen van den Brink, Business Leader Human Capital bij Mercer: “Het is jammer dat het verschil nog zo groot is, gezien het feit dat meer dan de helft van de wereldbevolking uit vrouwen bestaat. De redenen voor meer mannen in de top zijn cultureel en sociaal, maar soms is het zelfs opzettelijke discriminatie. Dit laatste gebeurt vaak onbewust: topmannen vinden het nu eenmaal fijn om mensen aan te nemen die op henzelf lijken.”
Nederland onderklasse
Saoedie-Arabië staat onderaan de lijst met het aantal vrouwen in topposities. Hier werkt geen enkele vrouw in een toppositie. Qatar volgt hierop met 7 procent van de topfuncties die bekleed worden door vrouwen. Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten hebben respectievelijk voor 16 en 17 procent vrouwen in de top. Nederland volgt hierop met 19 procent.
Van den Brink: “Landen in het Midden-Oosten hebben vaak culturele redenen waarom er weinig vrouwen in de top werken. Nederland heeft echter veel vrouwen die part-time werken. Deze part-time werkernemers komen over het algemeen niet in aanmerking voor een bestuurs- of managementpositie.”
Voormalige Sovjetlanden
Opmerkelijk is dat in voormalige Sovjetlanden vrouwen veel vaker topposities bekleden dan in Nederland. Litouwen staat bovenaan met 43 procent van de topposities bekleed door vrouwen. Bulgarije en Rusland staan op de tweede en derde plek met respectievelijk 43 en 40 procent. Volgens Van Brink komt dit doordat het tijdens het Sovjet-tijdperk sterk gestimuleerd werd om vrouwen in topposities te brengen. Het aantal vrouwen in topposities is tegenwoordig echter weer dalende in deze landen.