In het onderzoek wordt gemeten in hoeverre medewerkers (vast en tijdelijk) hun werkgever zouden aanbevelen. Dit wordt uitgedrukt in eNPS. Om eNPS te berekenen trek je het percentage criticasters af van het percentage promotors. In 2014 was deze -11, in 2015 -9. De vraag bij de eNPS is “hoe waarschijnlijk is het dat je jouw organisatie zou aanraden als werkgever?”. Op basis van het antwoord worden de werknemers bestempeld als promotors (9 of 10), passieven (7 of 8) of criticasters (6 of lager).
Promoters helpen je organisatie groeien
Promotors zijn trouwe enthousiastelingen die blijven werken en het bedrijf aan anderen aanbevelen. Dit bevordert groei.
Passieven zijn medewerkers die tevreden zijn, maar niet echt enthousiast zijn over hun organisatie. Ze zijn gevoelig voor concurrerende aanbiedingen.
Criticasters zijn ontevreden werknemers. Door negatieve mond-op-mond-reclame schaden ze het merk en belemmeren ze groei.
Handelsbranche scoort laag
De eNPS van de verschillende branches variëren tussen -22 (overige dienstverlening) en +11 (onderwijs). Industrie en nijverheid (van -19 naar +1) en onderwijs (van -10 naar +11) hebben beduidend hogere scores in 2015 dan in 2014. Daarentegen is de eNPS van zowel de branches gezondheidszorg (-1 naar -11) als de overige dienstverlening (-8 naar -22) gezakt. Bovendien blijft de handelsbranche slecht scoren (van -20 naar -21).
Een branche waar de eNPS significant daalt is de gezondheidszorg. De toename van het aantal criticasters in deze branche komt volgens AnalitiQs waarschijnlijk door de veranderingen in de zorg. Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente gedeeltelijk verantwoordelijk voor de zorg in plaats van het rijk. Dit ging veelal gepaard met grote bezuinigingen. Daarnaast is er veel negatief nieuws geweest over graaiende zorgmanagers.