“In een tijd waarin het
door de krappe arbeidsmarkt lastig is om werknemers te vinden, blijkt dat werkgevers vaak blijven hangen in hetzelfde woordgebruik. Dat is jammer, want originaliteit die vaak van sollicitanten wordt vereist, is in vacatureteksten nog niet altijd terug te vinden. Belangrijkst is wat mij betreft dat werkgevers simpel en duidelijk verwoorden hoe iemand die vacature moet invullen. Gevaar is dat vacatures er met niet-onderscheidend taalgebruik alleen maar onduidelijker op worden”, zegt Arjan Vissers, Senior Manager Employer Insights bij Indeed.
Enthousiast versus Flexibel
Niet alleen de toename in het gebruik van dezelfde karaktereigenschappen valt op. Was het in 2020 voor de pandemie volgens werkgevers nog het belangrijkst om ‘enthousiast’ te zijn, is het nu zo dat ze het vaakst op zoek zijn naar een ‘flexibele’ arbeidskracht. “Het is niet zo dat men nu opeens het woord enthousiast niet meer gebruikt. Dat komt zelfs elf procent vaker voor in teksten. De karaktereigenschap flexibel noteert echter over twee jaar een stijging van zeventien procent en komt daarmee inmiddels nóg vaker voor. Mijn angst is dat iedereen een andere perceptie heeft van een woord als flexibel. Werkgevers zouden er beter aan doen om te duiden wat ze hier precies mee bedoelen.’”
Erfenis van de pandemie
Het zou volgens Vissers goed kunnen dat dit een erfenis is van de pandemie: “Corona heeft een behoorlijke impact gehad op ons werkende bestaan en de werk-privébalans. Het zou goed kunnen dat die impact zich heeft geworteld tot in onze vacatureteksten.”
Saillant is ook hoe vaak werkgevers in tegenstelling tot 2020 in de vacature de aanwezigheid van ‘doorgroeimogelijkheden’ benadrukken. Dat gebeurt 93 procent vaker en het is daarmee de grootste stijger, van plek zeven naar drie in de top 10. “Alleen flexibel en enthousiast komen nog vaker voor in vacatures. Wellicht zien werkgevers dit als een mooie manier om méér perspectief en carrièrekansen te bieden aan nieuwe mensen binnen de organisatie.”
‘Je bent toch wel een spin in het web?’
Naast het weinig onderscheidende taalgebruik hebben we ook nog het gebruikelijke kantoorjargon. De top 10 van 2020 ziet er niet heel anders uit dan die van nu. Opvallend is wel dat er een aantal termen, zoals ‘spin in het web’ (+20%), anno 2022 significant meer worden gebruikt. “We signaleren behoorlijk wat toenames en het is maar de vraag of dat iets positiefs is”, vertelt Vissers. “Het zou juist misschien potentiële arbeidskrachten kunnen afschrikken en roept bij sollicitanten wellicht alleen maar meer vragen op.”
‘Work hard, play hard’
Bijzonder is ook dat het gebruik van de term ‘work hard, play hard’ ontzettend is toegenomen. Ten opzichte van 2020 zijn er maar liefst twintig procent meer vacatures waar deze kwaliteit specifiek wordt uitgelicht.
Zijn er ook dalers? Ja! Het bezit van een zogenoemde ‘geen 9 tot 5 mentaliteit’ komt 22 procent minder vaak voor. Volgens Vissers zou het te maken kunnen hebben met dat best veel werkgevers hun personeel de vrijheid willen bieden tot het zelf indelen van de werkweek. “Zo’n rigide term als negen tot vijf past minder bij het bieden van vrijheid. Uiteraard vinden werkgevers het belangrijk dat uren worden gemaakt maar wanneer dat is, laten ze steeds vaker over aan de werknemer zelf.”