Als hoofdaannemers of opdrachtgevers een boete krijgen omdat een onderaannemer de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) overtreedt, betaalt de eerste de boete volgens de rechter. Een clausule in de aannemingsovereenkomst kan dit voorkomen.

De Wet arbeid vreemdelingen verplicht een werkgever onder meer de identiteit van de werknemer te controleren. Als het om personeel van een onderaannemer gaat, dan moet deze beschouwd worden als de ‘directe werkgever’ die verantwoordelijk is voor de naleving van de WAV. Als de onderaannemer de identiteit van de werknemer niet controleert dan krijgt de hoofdaannemer of de opdrachtgever de boete op zijn bordje, die de boete meestal doorschuift naar de directe werkgever: in dit geval de onderaannemer.

 

Maar dit gaat niet langer op: de rechtbank in Den Haag oordeelde recent dat de boete door de hoofdaannemer of opdrachtgever zelf moet worden betaald. Ook de hoofdaannemer is namelijk in de zin van de WAV als werkgever aan te merken en heeft dus een eigen verplichting om de identiteit van een werknemer te controleren. Dit kan anders zijn als in de aannemingsovereenkomst staat wie eventuele boetes zal betalen. De hoofdaannemer kan op die manier financiële compensatie zoeken bij de eigenlijke werkgever, in dit geval de onderaannemer. Of dit onder alle omstandigheden lukt, zal de rechtspraak in de toekomst leren.

 

WAV

De Wet arbeid vreemdelingen (WAV) regelt de voorwaarden waaronder de werkgever buitenlands (niet-EU) personeel kan inzetten en de rechten van de buitenlandse werknemer, die in Nederland werkzaam is. Een werkgever in de zin van de WAV is iemand die vreemdelingen voor zich laat werken, ook als dit via een uitzendbureau of via onderaanneming gebeurt.

 

Tip

Als de identiteit van de werknemer niet op de juiste wijze is vastgesteld of als er geen juiste kopie is gemaakt van het identiteitsbewijs, moet de werkgever het anoniementarief voor de loonheffingen toepassen.