Dat blijkt uit het onderzoek Meer doen met wat je in huis hebt. AWVN-ledenonderzoek personeelstekorten 2024.
In 2023 deed AWVN ook al onderzoek naar arbeidsmarktkrapte. Net zoals toen blijkt dat werkgevers vooral krapte ervaren als het gaat om functies in de techniek, productie en de ICT, met name op mbo-niveau. Daarnaast is het voor werkgevers lastig om nieuw personeel te vinden met werkervaring – werkenden die relatief snel zelfstandig aan de slag kunnen. Van de werkgevers verwacht 57 procent dat de krapte aanhoudt, 31 procent verwacht zelfs grotere tekorten.
Werkgevers realiseren zich ook dat meer geld bieden slechts zeer beperkt soelaas biedt. Daarom zetten zij ook in op extra secundaire arbeidsvoorwaarden
Werkdruk neemt toe door personeelstekorten
Tachtig procent van de werkgevers zegt dat de werkdruk binnen de organisatie toeneemt door personeelstekorten. Dit leidt tot een vicieuze cirkel: hoge(re) werkdruk kan zorgen voor meer verzuim, zodat het werk met nog minder mensen gedaan moet worden. De werkdruk loopt dan verder op. Daarnaast heeft het personeelstekort gevolgen voor de productie of dienstverlening: bij bijna de helft van de werkgevers staat de kwaliteit daarvan onder druk. Een kwart van de werkgevers geeft zelfs aan producten of diensten niet te kunnen leveren.
Hoger salaris, aanbrengpremies en extra secundaire arbeidsvoorwaarden
Om personeel aan te trekken of te behouden, gooien werkgevers alles in de strijd. Dat doen ze vooral financieel. Zo verstrekt 65 procent van de werkgevers een aanbrengpremie aan zittende medewerkers als zij een nieuwe collega aanbrengen. De helft van de werkgevers schaalt nieuw personeel hoger in binnen de salarisgroep, en 22 procent betaalt boven het schaalmaximum. Werkgevers realiseren zich ook dat meer geld bieden slechts zeer beperkt soelaas biedt. Daarom zetten zij ook in op extra secundaire arbeidsvoorwaarden om aantrekkelijker te zijn voor nieuw personeel, zoals ontwikkelingsmogelijkheden, het bieden van flexibele werktijden en het faciliteren van thuiswerken. Bijna de helft van de werkgevers is bereid direct een vast dienstverband aan te bieden.
De concurrentie op de arbeidsmarkt is groot. Werkgevers raken vooral personeel kwijt aan andere werkgevers die hogere lonen of betere arbeidsvoorwaarden bieden. Ook gebrek aan doorgroeimogelijkheden en werkdruk zijn voor werknemers veelgenoemde redenen om te vertrekken. Verder worden werknemers nu sneller tot een overstap verleid door wervingsbureaus.
Hoogte aanbrengbonus verschilt
De hoogte van een aanbrengbonus en de manier van uitkeren kan flink verschillen. Zo kan een werkgever er bijvoorbeeld voor kiezen om de werknemer met de gouden tip een paar maanden lang 25 euro extra te geven op het loonstrookje. Maar een uitkering ineens is ook mogelijk. Zo introduceerde kledingketen SuitSupply in 2022 een aanbrengbonus van liefst 4.000 euro, vanwege de nijpende krapte aan personeel. Dit is wel uitzonderlijk zo meldt BusinessInsider. Vaak ligt de aanbrengbonus tussen de 500 euro en 1.000 euro, gaf Irene Oerlemans van personeelsorganisatie NVP destijds aan tegen de NOS.
De aanbrengbonus kun je vergoeden uit de werkkostenregeling. Deze is dan onbelast. Tot een bedrag van 2.400 euro. Dit is de doelmatigheidsgrens. Daarboven werkt de Belastingdienst met een gebruikelijkheidstoets: er wordt dan gecontroleerd of de vergoeding niet te veel afwijkt van wat gebruikelijk is binnen een bepaalde sector of bedrijf.
Drie denkrichtingen om minder last te hebben van arbeidsmarkkrapte
AWVN adviseert werkgevers vooral op drie denkrichtingen in te zetten om minder last te hebben van het personeelstekort:
- Inzetten op behoud van personeel betekent het geven van persoonlijke aandacht en verbetering van de werk-privébalans.
- Anders organiseren van werk is gericht op het doen van het werk met minder mensen, het beter verdelen van taken en het breder inzetten van mensen.
- Bestaande werkprocessen herbeoordelen en taken heroverwegen is daarin essentieel. Innoveren en automatiseren is gericht op het overnemen van arbeidsintensieve taken door geautomatiseerde systemen.