Dit en meer blijkt uit de recent gepubliceerde Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2023 – resultaten in vogelvlucht van TNO en het CBS, in samenwerking met het ministerie van SZW. Ruim 60.000 werknemers vulden de NEA 2023-vragenlijst in.
Acht op de tien werknemers (79,5%) hadden in 2023 naar eigen zeggen een (zeer) goede gezondheid. Mannen beoordeelden hun gezondheid iets vaker als (zeer) goed dan vrouwen, 81% tegenover 78%.
65-plussers in loondienst voelen zich vaker dan 55- tot 65-jarigen zeer gezond
Een goede gezondheidstoestand komt minder voor in oudere leeftijdsgroepen: 75% van de 55- tot 65-jarige werknemers voelde zich (zeer) gezond tegen 84% van de 15- tot 25-jarigen. Daarentegen voelen 65-plussers in loondienst zich vaker dan 55- tot 65-jarigen zeer gezond.
Van alle werknemers gaf 35,5% aan een langdurige ziekte, aandoening of handicap te hebben. Deze aandoeningen waren naar eigen zeggen bij 70% van de werknemers geen gevolg van het werk, bij 22% was dat (deels) wel het geval. Ook werd een deel van alle werknemers door een chronische ziekte, aandoening of handicap belemmerd in de uitvoering van het werk, 15% in lichte mate en 3,3% in sterke mate.
Verzuim afgenomen
Ook volgens de opgave van bedrijven en instellingen in de Kwartaalenquête Ziekteverzuim van het CBS nam het verzuim in 2023 af, van 5,6% naar 5,3%. Het ziekteverzuimpercentage is het totale aantal ziektedagen van een werknemer, in procenten van het totaal aantal beschikbare werkdagen van diezelfde werknemer in het afgelopen jaar.
Het ziekteverzuimpercentage van de NEA – gebaseerd op de eigen opgave van werknemers – nam tussen 2022 en 2023 af van 5,2% naar 4,8% . Het verzuimpercentage lag hoger onder vrouwen dan mannen, 5,7% tegenover 3,9%. Onder werknemers jonger dan 25 jaar (2,7%) lag dit flink lager dan onder 55- tot 65-jarigen (6,5%).
Verzuim per sector
Kijkend naar de sector waarin werknemers werkzaam zijn, verschilde het ziekteverzuimpercentage eveneens. In de landbouw lag dit percentage het laagst (2,8%), in de zorg het hoogst (6,3%). Het ziekteverzuimpercentage nam tussen 2022 en 2023 af, doordat minder werknemers verzuimden. In 2023 verzuimde 51% van de werknemers minimaal één keer per jaar wegens ziekte, terwijl dat in het voorgaande jaar 58% was. De werknemers die verzuimden deden dat gemiddeld meer dagen dan in het voorgaande jaar.
Gemiddeld aantal verzuimdagen
Het gemiddelde aantal verzuimdagen van werknemers die verzuimden lag in 2023 op 17 dagen, tegenover 16 dagen in 2022. Deze verzuimdagen kunnen verspreid zijn over meerdere verzuimgevallen. Ter vergelijking: werknemers die verzuimden, deden dat gemiddeld 19 dagen in 2021 en 17 dagen in 2019.
Griep of verkoudheid was de meest voorkomende klacht bij het meest recente verzuimgeval: 53,5% van de werknemers die in de afgelopen 12 maanden verzuimden, noemde dit als belangrijkste reden. Op gepaste afstand, met 5,7% van alle werknemers, volgden psychische klachten, waaronder overspannenheid en burn-out.
Bij 7,8% van de werknemers die de afgelopen 12 maanden verzuimden waren de gezondheidsklachten bij het meest recente ziekteverzuim naar eigen zeggen hoofdzakelijk het gevolg van het werk. Bij nog eens 14% waren de klachten voor een deel toe te schrijven aan het werk.
Belangrijkste reden van klachten veroorzaakt door het werk, 2023
Als belangrijkste redenen voor verzuim met werkgerelateerde klachten noemden werknemers die in de afgelopen 12 maanden verzuimden een te hoge werkdruk, besmetting op het werk en lichamelijk te zwaar werk. In vergelijking met 2022 was het werkgerelateerd verzuim minder vaak een gevolg van besmetting op het werk.
Klachten aan arm, nek of schouders (KANS)
In 2023 gaf 43% van alle werknemers aan last te hebben gehad van (langdurige) klachten aan arm, nek of schouders (KANS). Vrouwen hadden hier vaker last van dan mannen (50% vergeleken met 35%). Gemiddeld werden klachten aan schouders (31%) en nek (29%) het vaakst genoemd. Klachten aan polsen of handen (16%) en armen of ellebogen (13%) kwamen minder vaak voor.
Verder gaf 38% van de werknemers aan in het afgelopen jaar langdurig of meerdere keren rugklachten te hebben gehad en had 28% last van heupen, benen, knieën of voeten.
Aanpassingen werkplek of werkzaamheden
Twee derde van alle werknemers (67%) gaf aan dat er geen (verdere) aanpassingen in de werkplek of in de werkzaamheden nodig zijn in verband met hun gezondheid. Dat percentage is iets hoger dan in 2022 (64%). De meest gevraagde aanpassingen waren aanpassingen in hulpmiddelen of meubilair (16%) en in de hoeveelheid werk (12%).