Zodra een medewerker 104 weken ziek is, kan bij het UWV een WIA-uitkering worden aangevraagd. Een verzekeringsarts beoordeelt de mate van arbeidsongeschiktheid. Aan de hand van deze WIA-beoordeling wordt besloten of een WIA-uitkering aan de orde is en zo ja, hoe hoog.
De maatregel Praktisch Beoordelen voor WIA verandert iets in de zogeheten voorhangprocedure van dit proces. Medewerkers die deels aan het werk zijn (in spoor 1 of 2) tijdens de WIA-claimbeoordeling, vallen binnen deze regel. Voor deze groep geldt momenteel dat ze praktisch of theoretisch worden beoordeeld door een arbeidsdeskundige en/of verzekeringsarts. De laagste beoordeling wordt dan aangehouden voor de WIA-beoordeling.
Hoe het straks wordt
Als vanaf 1 juli 2024 de nieuwe regeling van start gaat, vervalt de theoretische beoordeling en wordt enkel nog gekeken naar de feitelijke verdiensten.
- is het werk dat je nu doet passend bij je beperkingen?
- kan de werkgever dit werk blijvend aanbieden?
- kan er een representatief en voldoende bepaalbaar inkomen worden genoten?
Het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vervolgens bepaald door het inkomen van vòòr de ziekte af te zetten tegen het inkomen dat nog haalbaar is mét arbeidsongeschiktheid. Voor een WIA-uitkering moet dit minimaal 35% arbeidsongeschiktheid zijn. Door de theoretische beoordeling hierbuiten te laten, vraagt een beoordeling minder tijd en is het dus mogelijk om een flinke slag te maken in het inlopen van de achterstanden.
OAZ ontzorgt haar klanten bij het proces rond de WIA. Wil je meer weten over de nieuwe regeling Praktisch Beoordelen en hoe dit effect heeft op jouw arbeidsongeschikte medewerkers? Neem dan contact op met OAZ via info@oaz.nl of bel 088 5600 700.
