Vanaf dat moment geldt dat bij een bepaalde tijd contract met een looptijd van zes maanden of langer, een zogeheten aanzegtermijn in acht moet worden genomen. Minimaal één maand voordat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege eindigt moet de werkgever de werknemer schriftelijk informeren over:
- a) het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst;
- b) en zo ja, de voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet.
De werkgever hoeft niet te motiveren waarom hij de arbeidsovereenkomst al dan niet verlengt.
De aanzegplicht geldt logischerwijs niet bij een contract voor bepaalde tijd waarbij het einde niet op een kalenderdatum is bepaald. Denk aan een arbeidsovereenkomst voor de duur van een project. Ook bij arbeidsovereenkomsten met daarin opgenomen een uitzendbeding geldt de aanzegtermijn niet. Dit omdat alsdan niet op voorhand duidelijk is wanneer het contract zal eindigen. Lees meer hierover in Monique van de Graaf haar boek Arbeidsrecht!
Boete
Komt u als werkgever uw aanzegverplichting niet na, dan riskeert u de betaling van een boete van één bruto all-in maandsalaris. Zegt u wel aan maar te laat, dan bent u een pro rato maandsalaris verschuldigd. De vergoeding is overigens niet verschuldigd in geval van faillissement, surseance van betaling of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen. Dit heeft tot gevolg dat bij overname van de betalingsverplichting door het UWV bij betalingsonmacht in het kader van de zogeheten ‘loongarantieregeling’ (hoofdstuk IV WW) het UWV niet gehouden is deze boete uit te betalen aan de werknemer.
Fatale termijn
De werknemer die geconfronteerd wordt met een werkgever die verzuimt aan te zeggen of te laat aanzegt en de boete vervolgens niet uitbetaalt, dient binnen twee maanden naar de kantonrechter te stappen om zijn recht – lees de vergoeding – op te eisen. Het betreft hier een vervaltermijn die dus niet gestuit kan worden. Met andere woorden: het is een fatale termijn.