Discriminatie van vrouwen in arbeidssituaties komt nog altijd veel voor, aldus de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Dit jaar bracht de organisatie al acht keer een oordeel uit over discriminatie van vrouwen. In zeven van die gevallen vond de Commissie dat vrouwen inderdaad waren achtergesteld ten opzichte van mannen.

Zo oordeelde de CGB dat een docente en een maatschappelijk werkster ten onrechte een lager salaris ontvingen dan hun mannelijke collega’s. De docente werd benoemd in een B-functie met bijbehorende salarisschaal. Drie mannelijke collega’s bleken echter te zijn ingedeeld in een C-functie, met een hogere beloning.

 

Geen sancties
Ook zwangere vrouwen moeten op hun hoede zijn voor ongelijke behandeling. Een kandidaat notaris ontving bijvoorbeeld als gevolg van haar zwangerschap gedurende een aantal jaren geen volledige gratificatie, omdat zij haar targets niet haalde. Los daarvan blijken veel werkgevers niet te weten dat het niet is toegestaan een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet te verlengen vanwege een zwangerschap.

 

In 2007 behandelde de CGB in totaal 86 zaken die ongelijke behandeling op grond van geslacht betroffen. De Commissie heeft niet de bevoegdheid sancties op te leggen, maar laat weten dat soortgelijke oordelen in het afgelopen jaar wel geleid hebben tot schadevergoedingen. Binnenkort start de CGB een grootschalig onderzoek naar de achterliggende oorzaken van ongelijke beloning van vrouwen.

 

Wat mag niet?
Op grond van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en de artikelen 646 en 647 van Boek 7 van het BW, mag de werkgever geen onderscheid maken tussen mannen en vrouwen bij:

  • het aangaan van de arbeidsovereenkomst;
  • het verstrekken van onderricht aan de werknemer;
  • in de arbeidsvoorwaarden;
  • bij de bevordering;
  • bij de opzegging van de arbeidsovereenkomst