In de NRC beschrijven Lidewey van der Sluis, hoogleraar strategisch talentmanagement, en Paul Wylleman, hoogleraar sportpsychologie aan de Vrije Universiteit Brussel, 5 manieren om talent van medewerkers aan te boren.
- Zorg voor ontwikkeling van aanvullende competenties
“Talent is mooi, ambitie is beter,” aldus Van der Sluis. “Karakter en houding van mensen zijn vaak veel bepalender voor de productiviteit dan alleen kennis en kunde. Volgens Wylleman horen hier competenties bij die te ontwikkelen zijn: “Spanningsregulatie, mentale veerkracht, probleemoplossend vermogen en een netwerk kunnen opbouwen dat inhoudelijke en sociale steun biedt.” - Bied ruimte voor reflectie
Van der Sluis concludeerde in haar promotie-onderzoek dat de meest succesvolle managers ‘reflecterend leergedrag’ vertoonden. “Hoe ging het, wat heb ik goed gedaan, wat niet, hoe zou ik het in de toekomst beter kunnen doen?” In aansluiting hierop wordt cognitive readiness ook als kenmerk van talent genoemd. Wylleman: “Dat betekent op abstract, cognitief niveau begrijpen wat je moet doen om stappen vooruit te maken.” - Stimuleer vakmanschap
Talent gedijt bij de hartstochtelijke uitoefening van vakmanschap. “Als je vanuit je hart met je vak bezig bent, komt alles binnen,” aldus Van der Sluis. “Daar horen overigens ook offers bij en er komt pijn bij kijken.” - Creëer de juiste omstandigheden
Van der Sluis vergelijkt het tot bloei brengen van talent met een ‘brand-driehoek’. Er is allereerst brandstof nodig, dat zijn iemands kwaliteiten; dan moet er een warmtebron zijn, de energie die iemand meebrengt. Het derde element is zuurstof: de mogelijkheden die de omgeving moet bieden om talent te kunnen uitoefenen. Over dit laatste zegt de hoogleraar: “Talenten moeten van hun leiddingevende aandacht, inspiratie en richting krijgen. Dit vraagt van organisaties dat zij duidelijk zijn over hun verwachtingen. Daarnaast moeten medewerkers zich veilig voelen, vertrouwen krijgen en er moet verbinding zijn met andere collega’s.” - Volg de verschillende fases van excelleren
De weg naar uitblinken is een stapsgwijs proces. “In fase één, in een nieuwe functie bijvoorbeeld, ga je van iets kunnen naar iets onder de knie krijgen,” legt Van der Sluis uit. “In fase twee heb je het in de vingers. Fase drie is de kunst: je excelleert en hebt je het vak dusdanig eigen gemaakt dat we van meesterschap spreken.” Deze leercurve kan en moet steeds opnieuw beginnen, aldus Van der Sluis. “Dat iemand nu uitblinkt, betekent niet dat hij of zij dat altijd zal doen. Ik vergelijk het met de seizoenen. De wintertijd is er om je voor te bereiden op een nieuwe lente, een nieuwe cyclus van excelleren.”