Niet alleen het moment, waarop u een werknemer na ontslag een transitievergoeding moet toekennen, wijkt in het sociaal akkoord af van wat in het regeerakkoord van oktober 2012 was afgesproken. Ook de opbouw van de vergoeding is anders, zo is nu duidelijk geworden.

In het sociaal akkoord zijn het kabinet, werkgevers en werknemers overeengekomen dat als een werknemer twee jaar of langer op basis van tijdelijke of vaste contracten bij u heeft gewerkt, hij recht heeft op een transitievergoeding. Deze bedraagt een derde van het maandsalaris per gewerkt jaar over de eerste tien jaren. Dat betekent dat de werknemer na tien jaar recht heeft op een transitievergoeding van 3,33 maandsalarissen. Indien een werknemer langer dan tien jaar bij u in dienst is geweest, krijgt hij voor de jaren die hij daarna gewerkt heeft, een half maandsalaris per gewerkt jaar. De transitievergoeding bedraagt maximaal 75.000 euro óf een jaarsalaris als dat hoger ligt dan 75.000 euro.

Overgangsregeling voor 50-plussers

Voor 50-plussers geldt tot 2020 een overgangsregeling. Zij ontvangen voor elk jaar dat zij gewerkt hebben na hun 50ste een heel maandsalaris mee. Voor werkgevers met minder dan 25 werknemers gaat deze overgangsregeling niet gelden.

Verwijtbaarheid werknemer of werkgever

Als aan het ontslag ernstige verwijtbaarheid van de zijde van de werknemer ten grondslag ligt, vervalt zijn recht op een transitievergoeding. Als het ontslag ernstig aan de werkgever te wijten is, kan de kantonrechter bepalen dat hij een aanvullende ontslagvergoeding moet betalen.

Let op!

Er staat nog niets vast. De plannen uit het sociaal akkoord moeten nog zowel de Tweede als de Eerste Kamer passeren.

Ter herinnering

Uit het regeerakkoord blijkt dat de werkgever die een werknemer ontslaat of als hij een tijdelijk contract met een werknemer niet met minimaal een jaar verlengt, een transitiebudget moet betalen. Dit transitiebudget zou dan een kwart maandsalaris per dienstjaar bedragen met een maximum van vier maandsalarissen, tot een grens van 75.000 euro.