Logo
  • Achtergrond
  • 11 november 2024
  • Redactie HR Praktijk

Zo bereken je de uit te betalen transitievergoeding - Voorbeelden en tools

Voor het berekenen van de transitievergoeding is belangrijk wat precies onder het loon wordt verstaan. De te betalen transitievergoeding is belast, de aanspraak op een transitievergoeding niet. In dit artikel lees je hoe je de uit te betalen transitievergoeding kan berekenen inclusief (VSO-)tools en voorbeelden als de duur van de overeenkomst korter dan een maand is en bij ontslag tijdens de proeftijd.

Beeld Zo bereken je de uit te betalen transitievergoeding - Voorbeelden en tools

Om de transitievergoeding te kunnen berekenen, is belangrijk vast te stellen wat het loon precies is. Het loon wordt berekend door het op dat moment geldende bruto uurloon te vermenigvuldigen met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Zaken als het werkgeversaandeel in de pensioenpremie, de werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet, de door de werkgever beschikbaar gestelde auto en kostenvergoedingen worden niet gerekend tot het uurloon. Deze werden immers in de kantonrechtersformule ook niet tot het loon gerekend.

Loonbegrip transitievergoeding

Het loonbegrip van de transitievergoeding is echter wel ruimer dan dat van de aanzegvergoeding omdat de volgende looncomponenten ook meetellen:

  • 1/12e deel van de vakantiebijslag en de vaste eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen 12 maanden recht op zou hebben bij voortzetting van zijn contract;
  • 1/12e deel van de overeengekomen vaste looncomponenten in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van het contract;
  • 1/36e deel van de overeengekomen variabele looncomponenten in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin het contract eindigt.

Dit is terug te vinden in het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding.

Vaste looncomponenten

Loon kan bestaan uit vaste en variabele componenten. Die kunnen meetellen voor de transitievergoeding. Vaste looncomponenten zijn componenten die niet afhankelijk zijn van het functioneren van de werknemer of het resultaat van de onderneming. Dat zijn in ieder geval:

  • de ploegentoeslag, en
  • de overwerkvergoeding.

Het maakt niet uit of deze een structureel karakter hebben of niet. Ook een feestdagenvergoeding is een bijzondere vorm van een overwerkvergoeding en telt mee voor  de berekening van de transitievergoeding.
Ook een onregelmatigheidstoeslag geldt als een overwerkvergoeding. In sommige cao’s wordt gewerkt met een individueel keuzebudget (IKB). Dit bestaat vaak uit vakantiebijslag en een vaste eindejaarsuitkering of dertiende maand. Ook een IKB moet dus worden meegenomen in de berekening. Het maakt niet uit of het IKB in geld of in vakantiedagen wordt uitgekeerd. 

Variabele looncomponenten

Variabele looncomponenten zijn componenten die wel afhankelijk zijn het resultaat van de onderneming en/of de prestaties van de medewerker. Variabele looncomponenten zijn onder andere:

  • bonussen
  • winstuitkeringen, 
  • eindejaarsuitkeringen.

Variabele looncomponenten tellen alleen mee voor de berekening als de werkgever er afspraken over heeft gemaakt met de medewerker. Variabele beloningen die niet zijn overeengekomen, zoals een gratificatie, tellen dus niet mee.
Heeft een medewerker op basis van zijn arbeidsovereenkomst jaarlijks recht op een bonus als het bedrijf winst maakt, dan telt de gemiddelde bonus over de laatste drie jaar mee bij de transitievergoeding.

Is sprake van een arbeidsovereenkomst die korter duurt dan 12 maanden (bijvoorbeeld bij opvolgend werkgeverschap), dan wel 36 maanden, dan vindt de berekening van deze looncomponenten naar rato plaats. Bij een contract van 24 maanden telt 1/24e deel mee van de overeengekomen variabele looncomponenten die tijdens de duur van het contract zijn uitgekeerd.


Duur arbeidsovereenkomst korter dan een maand

Sinds 2020 hebben werknemers al direct vanaf dag één recht gekregen op een transitievergoeding. Daardoor kan het voorkomen dat de transitievergoeding over een hele korte periode moet worden berekend. Als dat korter dan een maand is, is er geen ‘arbeidsduur per maand’. Hoe je die berekening dan moet maken, staat in het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding

Als de duur van de arbeidsovereenkomst korter dan een maand is, wordt het totale bedrag aan bruto loon en looncomponenten dat gedurende de hele arbeidsovereenkomst verschuldigd was als loon per maand gezien. In tegenstelling tot wat geldt voor arbeidsovereenkomsten met een duur van een maand of langer, worden uitbetaalde vakantiedagen hier dus ook onder gerekend. Door uit te gaan van dit totale bedrag hoeven geen ingewikkelde berekeningen gemaakt te worden.

Rekenvoorbeeld bij dienstverband korter dan een maand

Een uitzendkracht werkt 3 dagen van 8 uur als invaller, 24 uur in totaal. Na deze invalklus wordt het contract tussen de uitzendkracht en de uitzendwerkgever opgezegd. De werknemer heeft een bruto uurloon van € 20. De vakantiebijslag van 8% wordt in de eindafrekening meegenomen. Het brutoloon bedraagt 24 x 20 = € 480. Daarbovenop komt € 38,40 vakantiebijslag. Het bedrag aan brutoloon en looncomponenten dat de werkgever tijdens de duur van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer verschuldigd was, is: € 518,40.

Dit bedrag is het bedrag dat gehanteerd wordt als ‘loon per maand’ in de berekening van de transitievergoeding. De formule voor de transitievergoeding is:
(bruto salaris/loon per maand) x ((1/3 loon per maand) /12)

Het bruto salaris is het feitelijke bruto loon dat is ontvangen over het laatste jaar van de arbeidsovereenkomst. Hier is het brutosalaris gelijk aan het loon per maand, omdat de werknemer minder dan een maand heeft gewerkt.

De hoogte van de transitievergoeding is:
(518,40/518,40) x ((1/3 x 518,40)/12)
1 x (172,80 /12) = € 14,40

Rekenvoorbeeld bij ontslag tijdens de proeftijd

Een werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft een bruto maandloon van € 3.000 all-in afgesproken. De werknemer wordt na twee weken in de proeftijd ontslagen. Het brutoloon van de werknemer gedurende de hele proeftijd bedroeg € 1.500 (inclusief vakantiegeld). Het loon per maand van de werknemer bedroeg dan: € 1.500.

De formule voor de transitievergoeding is:
(bruto salaris/loon per maand) x ((1/3 loon per maand) /12).

De hoogte van de transitievergoeding is: (1500/1500) x ((1/3 x 1500)/12) 1 x (500 /12) = € 41,67

Reken- en VSO-tools

Voor hulp bij de berekening van de transitievergoeding is op rijksoverheid.nl een online rekentool transitievergoeding beschikbaar.

Ook op Ontslag.nl is een veelgebruikte rekentool transitievergoeding te vinden. 

Een gratis VSO-tool is te vinden op de site van GMW advocaten. Je kunt hier kosteloos een geautomatiseerde vaststellingsovereenkomst maken bij de beëindiging van een arbeidsovereenkomst. De tool werkt op basis van AI en genereert aan de hand van een geüploade loonstrook een volledig gepersonaliseerde overeenkomst. Ook de transitievergoeding en de opzegtermijn rekent de VSO-tool automatisch uit.

Lees hier hoe het loon wordt berekend bij een niet vooraf overeengekomen arbeidsduur zoals bij een oproepcontract of min/max-contract of bij een wisselende arbeidsduur: Transitievergoeding berekenen bij een niet vooraf overeengekomen arbeidsduur of bij een wisselende arbeidsduur

Producttips

Volg HR Praktijk

Word gratis lid en ontvang op dinsdag en donderdag het laatste HR-nieuws in uw mailbox! Én als lid krijgt u ook toegang tot exclusieve online artikelen.