Transitievergoeding berekenen bij een niet vooraf overeengekomen arbeidsduur of bij een wisselende arbeidsduur
Om de transitievergoeding te kunnen berekenen, is belangrijk vast te stellen wat het loon precies is. Het loon wordt berekend door het op dat moment geldende bruto uurloon te vermenigvuldigen met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Maar wat als is de situatie bij een niet vooraf overeengekomen arbeidsduur zoals bij een oproepcontract of min/max-contract of bij een wisselende arbeidsduur?
Bij een niet vooraf overeengekomen arbeidsduur zoals bij een oproepcontract of min/max-contract of bij een wisselende arbeidsduur wordt het loon berekend over het gemiddelde in de 12 maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Deze systematiek voorkomt dat grote wijzigingen in arbeidsduur te zeer van invloed zijn op de hoogte van de vergoeding. Bij stukloon of provisie wordt het stukloon of de provisie die aan de werknemer verschuldigd was in de 12 maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt, gedeeld door 12, eveneens tot het loon gerekend.
Periodes van verlof, staking of ziekte
De Regeling looncomponenten en arbeidsduur voorziet er in dat overwerkvergoedingen en ploegentoeslagen worden aangemerkt als vaste looncomponenten en bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen als variabele looncomponenten. Verder vermeldt de regeling expliciet dat voor de berekening van de gemiddelde arbeidsduur periodes van verlof, staking of ziekte niet worden meegerekend. In die gevallen wordt een gemiddelde arbeidsduur berekend over een periode korter dan 12 maanden. Als periodes van ziekte, verlof of staking optellen tot 30 dagen of langer moet er worden voorverlengd. Voorverlenging met nog een kalendermaand is aan de orde als nog een periode van 30 dagen van afwezigheid zich voordoet. Dat betekent concreet dat de periode van 12 maanden wordt verlengd met de duur van de periode die buiten beschouwing blijft. Deze periode wordt naar beneden afgerond op hele maanden. Is voorverlenging niet mogelijk omdat het contract niet lang genoeg heeft geduurd, dan vindt berekening naar rato plaats.
Voorbeeld: regeling looncomponenten en arbeidsduur
Een werknemer heeft een oproepcontract van twee jaar dat eindigt op 31 december 2023. Zijn arbeidsovereenkomst wordt op initiatief van de werkgever niet verlengd waardoor hij recht krijgt op een transitievergoeding. De gemiddelde arbeidsduur moet worden berekend over de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023. Als de perioden van verlof, staking en ziekte samen 30 dagen of langer zijn, dient voorverlenging plaats te vinden. In deze periode is hij 30 dagen ziek geweest en heeft hij 21 dagen verlof (3 weken vakantie) genoten. Nu deze periode van ziekte en verlof in totaal 51 dagen bedraagt, dient voorverlenging plaats te vinden met in dit geval één kalendermaand. Dit betreft de maand december van 2022 (de kalendermaand direct voorafgaand aan 1 januari 2023). De maand november 2022 blijft buiten beschouwing, omdat het resterende aantal dagen 21 bedraagt.