Staat een liefdesrelatie een gezonde werkrelatie tussen een welzijnsorganisatie en een gemeente in de weg?
Een gemeenteambtenaar heeft een relatie met een medewerker van een door de gemeente gesubsidieerde instelling. Samen worden ze op een project gezet. Dat leidt tot wantrouwen bij collega’s. Is daarmee de arbeidsrelatie duurzaam en ernstig verstoord? In de rubriek 'In de clinch' op het platform Binnenlands Bestuur belicht jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht.
Staat een liefdesrelatie een gezonde werkrelatie tussen een welzijnsorganisatie en een gemeente in de weg? Die vraag diende zich aan in Nieuwegein. Rob IJsselveld [gefingeerde naam, red] werkt bij deze organisatie, die zich inzet voor de leefbaarheid van wijken en daarbij jongeren begeleidt. De instelling is afhankelijk van gemeentelijke subsidie. Hij heeft al jarenlang een relatie met een gemeenteambtenaar die de burgemeester adviseert over jongerenwerk.
Die relatie gaat schuren als er twee jongerenprojecten worden opgezet. De vriendin zit in een gemeentelijke stuurgroep en is voorzitter van een werkgroep die belast is met de uitvoering, een werkgroep waarin ook IJsselveld zit. Geen botsing met het gemeentelijke integriteitsbeleid, zo bleek uit een toets. Voor de projectuitvoering worden enkele straathoekwerkers (als zzper) aangetrokken. Die moeten op zoek naar jongerengroepjes en daarbij letten op geslacht, leeftijd en etniciteit.
IJsselveld volgde slechts het geldende beleid
Met dat laatste hebben zij moeite en hopen zij op steun van andere leden van de werkgroep. Die krijgen ze niet van IJsselveld en zij verwijten hem dat hij zich achter zijn vriendin schaart. De directeur van de welzijnsorganisatie laat IJsselveld weten dat zijn relatie in het team toch problemen oplevert; collega’s hebben geen vertrouwen meer hem. Lang verhaal kort: de kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie.
IJsselveld gaat in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Een ontbinding is alleen mogelijk bij een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Daarvan is hier geen sprake, oordeelt het hof. IJsselveld heeft altijd goed gefunctioneerd, ook tijdens zijn relatie.
Beleid van de gemeente?
Problemen ontstonden pas met het nieuwe project, toen de straathoekwerkers werd gevraagd de etniciteit van probleemjongeren bij te houden. Zij beschouwden dit als beleid van de vriendin (en dus van de gemeente) en niet als beleid van de welzijnsorganisatie. Ze zagen IJsselveld als verlengstuk van zijn vriendin. Maar zowel de vriendin als IJsselveld droeg het beleid uit waaraan de organisatie én de gemeente zich hadden gecommitteerd. IJsselveld volgde het geldende beleid en hij had geen instructies ontvangen (van zijn vriendin) om ander beleid uit te voeren.
Desondanks leefde bij de straathoekwerkers het sentiment dat het tweetal onder een hoedje speelde. Hier had de directeur moeten ingrijpen, aldus het hof. Hij had het beleid moeten toelichten en vertellen dat de relatie tussen IJsselveld en zijn vriendin volledig los stond van de wijze waarop IJsselveld zijn werk uitvoerde. De directie had IJsselveld overigens ook op een ander project kunnen plaatsen in plaats van hem te ontslaan.
Onterechte deuk in vertrouwen herstellen
Gelet op het jarenlange feilloze functioneren van IJsselveld, het feit dat de welzijnsorganisatie IJsselveld zelf naar voren had geschoven voor dit project – ondanks zijn relatie met zijn vriendin waar iedereen van wist – en de zeer korte duur van het wantrouwen bij de straathoekwerkers, mocht van de directeur worden verwacht dat hij alles had gedaan om de onterechte deuk in het vertrouwen van de straathoekwerkers in IJsselveld te herstellen.
Het waren trouwens slecht vier parttime straathoekwerkers die negatieve sentimenten hadden. De arbeidsrelatie was wel verstoord, maar die verstoring was zeker niet ernstig en duurzaam. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ten onrechte ontbonden. Het hof herstelt de arbeidsovereenkomst, met terugwerkende kracht. IJsselveld mag weer aan de slag, precies wat hij wilde.
Michel Knapen is juridisch journalist. Sinds 1999 werkt hij als juridisch journalist voor Knapen & Pen Juridische Journalistiek, vanaf 2007 gecombineerd met een functie als juridisch uitgever bij Celsus juridische uitgeverij. Verder is hij sinds 1 juli 2015 als partner verbonden aan LLM juridische communicatie. In de rubriek 'In de clinch' op Binnenlands Bestuur belicht jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht.