Werkgevers kunnen volgend jaar onder voorwaarden aanspraak maken op loonkostensubsidie, premiekorting en lage inkomensvoordeel (LIV).
Premiekorting en loonkostensubsidie
De werkgever die tussen 1 januari 2017 en 1 januari 2018 een werknemer in dienst neemt die onder de doelgroep van de banenafspraak valt, krijgt 2.000 euro premiekorting (Wet harmonisering instrumenten Participatiewet). Omdat de werknemer niet in staat is om zelfstandig het minimumloon te verdienen, krijgt de werkgever ook loonkostensubsidie (dicht het gat tussen de loonwaarde van de werknemer en het minimumloon).
Let op
De Wet harmonisering instrumenten Participatiewet moet nog wel fiat van de Eerste Kamer krijgen.
LIV
Het LIV is nieuw en is een tegemoetkoming die de werkgever krijgt als hij een werknemer 100 procent tot en met 12 procent van het minimumloon betaalt. Dat geldt eveneens als de werkgever een werknemer in dienst neemt die niet bij machte is zelfstandig het minimumloon te verdienen, maar aan de werkgever wel het minimumloon uitbetaalt.
Tip
De WTL bepaalt dat de werkgever het LIV niet mag combineren met het LKV (anticumulatiebeginsel). Dit geldt niet in 2017, omdat de premiekortingen pas vanaf 1 januari 2018 plaatsmaken voor LKV’s. In 2017 kan de werkgever dus profijt trekken van de in dit artikel genoemde financiële opstekers.