Een werknemer met een modaal brutosalaris (€ 3.086) gaat er in 2023 netto met € 91 (3,70%) per maand op vooruit. Het minimum maandloon stijgt met 10,15% van € 1.756,20 naar € 1.934,40.
Hogere arbeidskorting
De belangrijkste reden voor de stijging van het nettoloon is de hogere arbeidskorting. Deze wordt verhoogd naar maximaal € 5.052 voor werknemers jonger dan de AOW-leeftijd. In 2022 was de maximale arbeidskorting € 4.260. Anderhalf keer modaal gaat er per maand € 87 (2,69%) op vooruit en twee keer modaal € 98 (2,43%).
Minimumloon
Het minimumloon wordt naast de gebruikelijke indexatie per 1 januari 2023 nog eens extra verhoogd. Dit heeft eveneens gevolgen voor werknemers die in 2022 net boven het minimumloon verdienden. Zij profiteren ook van deze verhoging. Vanaf 2023 ontvangen zij minimaal € 1.934,40 per maand (fulltime).
Minimum uurloon in 2024
Per 2024 wordt het wettelijk minimum maandloon vervangen door een wettelijk minimum uurloon. Bij de invoering ervan gaat de overheid uit van een 36-urige werkweek. Werknemers rond het minimumloon met een 38-urige en 40-urige werkweek gaan er in 2024 dus verder op vooruit.
Aanvullende pensioenen
Aanvullende pensioenen en lijfrente-uitkeringen stijgen minder hard. Bij een aanvullend pensioen van € 1.000 bruto per maand stijgt het nettobedrag in 2023 met € 2,00. Dit komt door een verlaging van de belasting en de bijdrage Zorgverzekeringswet. Met heffingskortingen is in de berekening geen rekening gehouden omdat deze in het algemeen al via de AOW-uitkering worden verrekend. De AOW-uitkering stijgt wel, omdat deze is gekoppeld aan het minimumloon. De netto AOW-uitkering voor een alleenstaande stijgt met € 92 per maand. Voor gehuwden is de stijging € 57 per persoon per maand.
LEES OOK: De belangrijkste wijzigingen in wet- en regelgeving voor werkgevers in 2023 en Zo help je werknemers financieel met de tijdelijke verhoging vrije ruimte werkkostenregeling