Dat gezonde werknemers cruciaal zijn voor het goed functioneren van organisaties, daar is werkgevend Nederland wel van overtuigd inmiddels. Maar wordt daarnaar ook gehandeld? HR Praktijk en Robidus onderzochten voor de derde keer op rij wat de Nederlandse werkgever concreet doet om werknemers nu en in de toekomst inzetbaar te houden. Hieruit blijkt dat er een leemte is tussen goede bedoelingen en uitvoering.

De noodzaak van preventie tegen uitval van personeel dringt blijkbaar nog niet door anno 2023, blijkt uit een recente survey onder HR-professionals. Bij een kwart van de deelnemende HRM’ers ontbreekt beleid voor duurzame inzetbaarheid helemaal in de organisatie en bij 45 procent is er onvolledig beleid. Er is ook een flinke minderheid die wel actief is, en die groep groeit: een kwart heeft actief beleid ontwikkeld, en dat was in 2019 nog maar bij een op de acht organisaties het geval.

Mentale gezondheid

In het onderzoek ‘Wat doen Nederlandse werkgevers om werknemers inzetbaar te houden?’ is de leemte tussen goede bedoelingen en uitvoering duidelijk waarneembaar. Bijna 60 procent van de respondenten antwoordt dat op de agenda van hun directie het terugdringen van verzuim door preventieve maatregelen bovenaan prijkt. Mentale gezondheid wordt net als in 2019 en 2020 het meest genoemd als reden van uitval.

Geen beleid

Vervolgens worden ook tal van instrumenten benoemd, waarbij de groeiende nadruk op fysieke gezondheid (sport) opvalt. Maar beleid is er dus meestal niet en ook als het op het meten van het effect van deze interventies aankomt, geven de meeste organisaties niet thuis. Structureel gebeurt dat slechts bij ruim 7 procent. Het percentage dat nooit de effecten meet steeg zelfs de afgelopen drie jaar met twee procentpunten naar 68,5 procent.

Download hier het onderzoeksrapport

LEES OOK: Tool laat kosten en baten van maatregelen voor duurzame inzetbaarheid zien