Juist gezonde oudere werknemers stoppen eerder met werken
Oudere lagere en middelbaar opgeleide technici (vaklieden) gaan vrijwillig eerder met pensioen. Dit omdat ze zich bedreigd voelen door hun huidige werkomstandigheden. Wat ze als een bedreiging voelen voor hun gezondheid. Deze groep ouderen geeft aan zich gezond te voelen, van hun werk te houden en inzetbaar te zijn. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Bert Breij aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU).
Het ziet er naar uit dat het juist de gezonde oudere werknemers zijn die eerder stoppen met werken. Ze prefereren persoonlijke vrijheid boven meer geld. Ze vinden dat het genoeg is geweest en willen hun leven anders inrichten. Ze trekken de regie naar zichzelf. Ze benutten de kansen om vroegtijdig uit te treden, zoals de mogelijkheid van vroegpensioen.
Binding met de werkgever neemt af
Hun gevoel van binding met de werkgever is in de afgelopen vijf jaar voor hun vertrek afgenomen. Ze voelen een zakelijke en geen warme betrokkenheid van hun werkgever en een overheid die ze onberekenbaar vinden. Van grote invloed wordt hun leeftijdsbesef en opkomend gevoel al zo lang te werken. Ze willen geen fouten maken in hun keuze, want ze willen bijtijds in vrijheid van hun gezondheid kunnen genieten. Ze houden echter bij hun vertrek nog steeds van werken, en de belangrijkste redenen hiervoor zijn hun vak en de aanwezigheid van collega's.
Invloed van de partner
De partner heeft de grootste invloed op het nemen van de beslissing. De vaklieden vinden zichzelf optimistische mensen. Het onderzoek maakt duidelijk dat psychologische factoren domineren. De uitkomsten van het proefschrift van Breij geven dan ook alle aanleiding om op nationaal niveau te onderzoeken op welke schaal het vroegtijdig uittreden van deze vaklieden plaatsvindt aldus de VU.