(Buiten) werken in de kou: verplichtingen werkgever
De werkgever is verplicht om maatregelen te nemen om gezondheidsschade door werken in de kou te voorkomen. Dat gaat natuurlijk vooral op voor medewerkers die buiten werken. AWVN zet alle regels op een rij.
Het Arbobesluit: artikel 6.1 bepaalt dat de temperatuur op de werkplek niet nadelig mag zijn voor de gezondheid van de werknemer. Denk ook aan werkzaamheden in koel- en vrieshuizen. Het besluit noemt geen specifieke temperaturen, maar wel dat de werkgever er alles aan moet doen om gezondheidsklachten te voorkomen.
Als werken bij kou niet te vermijden is, moet de werkgever:
- persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen (zoals handschoenen en een warme waterdichte jas en broek);
- de duur van de werkzaamheden verkorten;
- werkzaamheden afwisselen met werk op een warme plek (bijvoorbeeld bedrijfswagen of bouwkeet).
Andere mogelijke maatregelen bij koud weer zijn bijvoorbeeld:
- de werkplek afschermen van kou, wind of regen
- werknemers laten pauzeren in verwarmde ruimte
- warme dranken verstrekken
- zogeheten heatpacks verstrekken (een heatpack is een warmtebron die via een chemische reactie warmte produceert en die je in je zak kunt stoppen).
Als je als werkgever geen maatregelen treft, dan mag de werknemer het werk stilleggen als de gezondheid of veiligheid in gevaar komt (artikel 29 Arbowet).
In sommige cao’s staan regels over het stilleggen van werk wegens kou, omdat er sprake is van zogeheten onwerkbaar weer. Zie site van AWVN Onwerkbaar weer: handreiking voor definiëring in cao beschikbaar
Zie voor meer informatie de speciale arbeidsomstandighedensite van het ministerie van SZW, Arboportaal.