Het hebben van personeel brengt allerlei verplichtingen met zich mee. In sommige gevallen bent u ook verplicht om voor uw personeel pensioenpremie af te dragen aan een bedrijfstakpensioenfonds (BPF). Dit is bijvoorbeeld het geval voor ondernemingen die actief zijn in de detailhandel of de levensmiddelenindustrie, maar er geldt voor veel meer werkgevers een verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds. Deelname aan zo’n verplichte pensioenregeling is een kostbare zaak, zeker als er te hoge aanslagen worden opgelegd door het fonds. Gelukkig kunt u in sommige gevallen ook een vrijstelling aanvragen voor deelname aan een verplicht pensioenfonds!

Artikel 13 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 bepaalt dat bedrijfstakpensioenfondsen de taak hebben om vrijstellingen van de verplichtstelling door de overheid te verstrekken. Aan die vrijstelling mag door een BPF voorwaarden worden gesteld. De overheid heeft echter in het Vrijstellings- en Boetebesluit Wet BPF 2000 ook bepaald wanneer een vrijstelling moet c.q. mag worden verleend.

Kort gezegd (en ik ben nu misschien iets té kort door de bocht) moet er aan u vrijstelling worden verleend indien:

  • U al deelnam aan een vergelijkbaar pensioenreglement (art. 2);
  • Er vanwege het feit dat een werkgever onderdeel wordt van een groep aanleiding is om de vrijstelling te verstrekken (art. 3);
  • Een voor de werkgever van toepassing zijnde CAO daartoe aanleiding geeft (art. 4); of
  • Er onvoldoende beleggingsresultaat wordt behaald (art. 5).

Op grond van artikel 6 van het Vrijstellings- en Boetebesluit kan er aan u ook een vrijstelling worden verleend om “andere redenen”. Er komt hier dus een grotere mate van beslissingsvrijheid toe aan het betreffende bedrijfstakpensioenfonds.

Overige voorwaarden door het BPF

Het komt niet veel voor dat er een succesvol beroep kan worden gedaan op de “andere redenen” van artikel 6 voornoemd. Hier uitgebreid op ingaan heeft daarom in deze blog niet veel zin.
Wat nog wel relevant is om op te merken is dat een bedrijfstakpensioenfonds kosten in rekening mag brengen voor de behandeling van een vrijstellingsverzoek. Deze kosten kunnen aanzienlijk zijn (een paar duizend euro). Het is daarom verstandig om niet zomaar een vrijstellingsverzoek in te dienen. Voorafgaand een risico- inschatting maken met een gespecialiseerde advocaat kan dus ook kosten besparen!

Nog veel meer problemen met bedrijfstakpensioenfondsen

Naast geschillen over vrijstellingen zien we in de praktijk ook veel geschillen over de werkingssfeer van verplichtstellingsbesluiten. Wanneer u plotseling wordt geconfronteerd met een verplichte deelname aan een bedrijfstakpensioenfonds en op vrijwillige basis ook al pensioen opbouwde voor uw werknemers, kunt u bovendien geconfronteerd worden met dubbele lasten én fiscale problemen.

Heeft u een geschil met een bedrijfstakpensioenfonds? Aarzel dan niet en neem (vrijblijvend) contact op met de arbeidsrechtadvocaten van Van Diepen Van der Kroef!