Volgens de WRR verdwijnen er door de robotisering niet alleen banen, er komen ook nieuwe banen bij. Wel verandert de aard van het werk. Om ervoor te zorgen dat dit goed uitpakt voor de economie en voor werkenden, is een robotagenda nodig aldus de Raad. In de agenda moet de complementariteit van mensen en machine centraal staan: mensen samen met robots beter laten werken.

Robotisering gaat trager dan vaak wordt voorspeld en pakt in de praktijk anders uit. Ook wordt in Nederland nog weinig geïnvesteerd in robots zo meldt de WRR in de verkenning: De robot de baas – De toekomst van werk in het tweede machinetijdperk. De overheid, maar bijvoorbeeld ook wetenschappers, werkgevers, werknemers en hun organisaties kunnen invloed uitoefenen op de manier waarop robot-technologie wordt ontwikkeld en toegepast. Daartoe is volgens de Raad een ‘inclusieve robotagenda’ nodig die de complementariteit van mens en machine bevordert: niet zo veel mogelijk mensen proberen te vervangen door robots (substitutie) , maar mensen samen mét robotica productiever maken.

Hiertoe heeft de WRR vier thema’s opgesteld:

  1. Investeren in robotisering, met oog voor co-creatie. Verschillende partijen (overheid, wetenschappers, werkgevers, werknemers) dienen gezamenlijk te investeren in robotisering, waarbij co-creatie centraal staat: nieuwe toepassingen worden samen ontwikkeld met mensen die er mee aan het werk moeten.
  2. Het inzetten op complementaire kennis en vaardigheden op alle niveaus in het onderwijs en bij ‘levenslang leren’. Een hoge opleiding of technisch onderwijs bieden op zich geen voldoende antwoord op het slimmer worden van machines. De kernvraag die beantwoord dient te worden is: welke taken, relaties en verantwoordelijkheden zullen bij mensen blijven horen, of willen we per se bij mensen (blijven) beleggen?
  3. Eigenaarschap van werk. Robotisering kan in potentie de kwaliteit van arbeid en autonomie van werkenden vergroten, maar ook verkleinen. Het is van belang negatieve gevolgen zoals werkstress en burn-out te voorkomen en, aan de positieve kant, werkplezier en productiviteit te bevorderen. De kernvraag hier is hoe mensen en technologie zo samen kunnen werken dat mensen de baas blijven over hun eigen werk (en over de robot).
  4. Nieuwe verdelingsvragen. Er zullen mensen zijn die onvoldoende mee kunnen komen in de robotsamenleving. Het is onmogelijk te voorspellen wie dat zullen zijn. Daarom liggen one size fits all maatregelen niet voor de hand maar is een repertoire van verschillende beleidsinstrumenten nodig om mensen te kunnen helpen en ondersteunen, en om er voor te zorgen dat de inkomensverschillen niet groter worden.