Op 28 januari 2021 is een wijziging van de Tabaks- en rookwarenbesluit gepubliceerd in het Staatsblad. Hiermee wordt de uitzondering op het rookverbod in de vorm van rookruimtes afgeschaft. Deze maatregel vloeit voort uit het Nationaal Preventieakkoord van 23 november 2018. In dit akkoord is een pakket aan maatregelen en acties afgesproken met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties om in 2040 een rookvrije generatie te realiseren.
(sem-)publieke en openbare gebouwen per per 1 juli 2021
In het Preventieakkoord is afgesproken dat er meer rook- en tabakvrije omgevingen worden gecreëerd. Een van de maatregelen is het sluiten van rookruimtes. Het kabinet ziet dat als een belangrijk middel om het roken terug te dringen. In het Preventieakkoord was voorzien dat de rookruimtes in de horeca per 2022 zouden sluiten, in (semi-)publieke en openbare gebouwen per 2022 en in het bedrijfsleven per 2023.
Maar op 27 september 2019 heeft de Hoge Raad in de zaak Clean Air Nederland/Staat bepaald dat het toestaan van rookruimtes in de horeca in strijd is met artikel 8, tweede lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake Tabaksontmoediging. Naar aanleiding van het arrest heeft het kabinet besloten om het sluiten van de rookruimtes in (semi-)publieke en openbare gebouwen te versnellen.
Bedrijfsleven per 1 januari 2022
Het kabinet vindt dat de overheid het juiste voorbeeld moet geven, ook voor het bedrijfsleven. Daarom heeft het kabinet besloten het verbod op rookruimtes in (semi-)publieke en openbare gebouwen al op 1 juli 2021 in werking te laten treden. Vervolgens moet op 1 januari 2022 deze maatregel voor het bedrijfsleven in werking treden.
Door de wetswijziging geldt het rookverbod voor alle ruimtes binnen de instellingen die onder het rookverbod vallen. De NVWA houdt toezicht op het handhaven van het rookverbod. Bij overtreding van het rookverbod kan de NVWA overgaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete. De boete zal opgelegd worden aan de werkgever van wie de ruimte is waar gerookt wordt, omdat die verantwoordelijk is voor de verplichting tot het instellen, aanduiden en handhaven van het rookverbod.