De voorstellen op een rij:
1. Werknemers met een tijdelijk contract krijgen net als vaste werknemers een ontslagvergoeding als hun contract afloopt. Voor elk gewerkt jaar krijgen ze een maandsalaris. Deze vergoeding kan door de werknemer gebruikt worden om nieuw werk te vinden of in te zetten voor scholing.
2. Werknemers met een tijdelijk contract en uitzendkrachten krijgen ruim van tevoren te horen of het contract verlengd wordt. Hierdoor weten zij op tijd dat hun contract afloopt en kunnen ze op zoeken naar nieuw werk.
3. Er komt een einde aan het eindeloos geven van tijdelijke contracten. Er mogen nog maar maximaal twee opvolgende tijdelijke contracten worden gegeven. Iedereen krijgt na maximaal twee jaar een vast contract.
4. Nadelen van payrollen worden aangepakt. Een werknemer heeft voortaan maar één werkgever: het bedrijf waar hij gesolliciteerd heeft en waar hij elke dag voor werkt. Het uitbesteden van personeelsadministratie- en loonbetalingen aan een externe organisatie blijft gewoon mogelijk.
5. Werkgevers die gebruik maken van vaste contracten worden beloond met een lagere WW-premies. Vaste krachten worden hierdoor goedkoper en aantrekkelijker voor werkgevers.
6. Het concurrentiebeding verbiedt een werknemer bij een andere werkgever te gaan werken als zijn contract afloopt. Dit past niet bij tijdelijke contracten en wordt daarom alleen toegestaan bij vaste contracten.
7. De proeftijd, waarbij aan het begin van het contract te allen tijd opgezegd mag worden, wordt verboden bij een contract van minder dan 6 maanden.
8. Uitzendkrachten krijgen meer rechten. Het gebruik van het uitzendbeding, waardoor uitzendkrachten per direct op straat gezet kunnen worden, wordt aan banden gelegd. Dat mag maximaal 18 maanden gebruikt worden.
9. Uitzendkrachten krijgen eerder recht op loondoorbetaling als er geen werk is.
10. Elk contract moet op papier gezet worden zodat alle gemaakte afspraken terug te vinden zijn.
Kloof
Hamer: “In onze wet wordt de kloof tussen tijdelijke werknemers en vaste werknemers verkleind. Voortaan krijgen tijdelijke werknemers na twee jaar of twee contracten een vast contract. Het eindeloze stapelen van tijdelijke contracten wordt dus aangepakt. Ook krijgen ze net als vaste werknemers een vergoeding als hun contract niet wordt verlengd. Met de vergoeding kan men de periode naar nieuw werk overbruggen of inzetten voor scholing. Tevens gaan werkgevers voor vaste contracten minder WW-premie betalen. Maken ze veel gebruik van flexwerkers, die vaker een beroep doen op het vangnet van de werkloosheidswet, dan betalen ze een hogere premie.”