In de cao Particuliere Beveiliging, die loopt van 1 juli 2012 t/m 30 september 2013, staat bijvoorbeeld een bepaling die het aantal uitzendkrachten en payrollkrachten maximeert tot 20 procent van het vaste personeelsbestand (artikel 9 van deze cao). In mei van dit jaar werd het verzoek ingediend deze cao algemeen verbindend te laten verklaren. ABU en NBBU hebben gezamenlijk hun bedenkingen hierover geuit.
De cao-partijen hebben besloten de betreffende bepaling niet mee te nemen in het verzoek tot algemeen verbindendverklaring. De bepaling blijft wel in de cao staan, maar is alleen van toepassing voor werkgevers die (in het geval van de particuliere beveiliging) bij de Nederlandse Veiligheidsbranche aangesloten zijn. De cao-partijen van de particuliere beveiliging hebben wel aangegeven bij de volgende cao het betreffende artikel te heroverwegen.
Ongelijk speelveld
De bedenkingen van ABU hebben steeds tot gevolg gehad dat ofwel de bepaling wordt aangepast in de cao of dat deze bepaling niet meer voor algemeenverbindendverklaring wordt neergelegd. In het laatste geval ontstaat er een branche waarin bedrijven zich wel en niet aan beperkingen hoeven te houden. Dat creëert een ongelijk speelveld, aldus ABU.
Vorig jaar riep de Stichting van de Arbeid (STAR) cao-partijen op om, als zij nog niet in de gelegenheid waren geweest de cao-bepalingen over uitzendkrachten in hun cao te heroverwegen, dit te melden aan het secretariaat van STAR. ABU constateert echter dat nauwelijks gevolg is gegeven aan deze oproep. AWVN vindt dat in een cao geen bepalingen mogen staan die een onnodig beperkend effect hebben op de inzet van uitzendkrachten en onderschreef de oproep van STAR.
Inleen-cao’s
Eind september vorig jaar zeiden werkgeversvereniging AWVN en ABU te verwachten dat voor het komende cao-seizoen FNV en CNV fors zouden inzetten op het terugdringen van flexibele arbeid, met de focus op de positie van uitzendkrachten. Zij vreesden dat de vakbonden zullen proberen via de zogenaamde inleen-cao’s de inzet van uitzendkrachten te beperken. Volgens AWVN en ABU bieden de Uitzendrichtlijn en het STAR-advies argumenten om beperkende voorstellen van de vakbonden af te wijzen en bestaande afspraken ter discussie te stellen. Uitgangspunt van AWVN en de centrale werkgeversorganisaties is daarbij altijd geweest dat in de cao geen bepalingen moeten worden opgenomen die een onnodig beperkend effect hebben op de inzet van uitzendkrachten.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangegeven het onderzoek dat de ABU twee jaar geleden heeft uitgevoerd naar bepalingen omtrent uitzendkrachten of uitzendondernemingen in inleen-cao’s te zullen herhalen. De ABU verwacht dat hieruit andermaal zal blijken dat veel cao’s nog onrechtvaardige beperkende bepalingen kennen en rekent op maatregelen die dat rechtzetten.