Veel uitzendwerk is eigenlijk vast werk. Dat blijkt uit de eerste resultaten van het Gewoon Goed Werk-merk van FNV Bondgenoten. De vakbond wil hierover afspraken maken in de cao’s.

Tweederde van de 9000 mensen die in de eerste maand van het bestaan ervan aan dit keurmerk hebben meegewerkt, zegt dat in hun bedrijf uitzendkrachten worden ingehuurd voor vast werk. Van de invullers die zelf uitzendkracht zijn, geeft driekwart aan vast werk te doen aldus de vakbond.

 

“Het aantal uitzendkrachten dat vast werk doet, moet omlaag,” zegt Anja Jongbloed, coördinator arbeidsvoorwaarden van FNV Bondgenoten. “Wij willen daar in cao’s afspraken over maken: vast werk moet door vaste mensen worden gedaan. Dus als bepaalde werkzaamheden 9 van de 12 maanden in een jaar door een uitzendkracht worden gedaan, dan moet die uitzendkracht een vast contract krijgen.” Nu is dat in 7 procent van de cao’s die FNV Bondgenoten afsluit geregeld.

 

Loon inlener

Ook de beloning van uitzendwerk blijft een punt van aandacht aldus FNV. De bond wil dat uitzendkrachten vanaf hun eerste werkdag het loon krijgen van de cao van het bedrijf of de sector waar ze gaan werken. “Het principe is simpel,” vindt Jongbloed. “Gelijk werk, gelijk loon. Zo voorkom je ook dat uitzendkrachten te weinig verdienen en niet van hun salaris rond kunnen komen.”
In de cao’s voor de metaalsector zijn die afspraken gemaakt. Met een speciale rekentool, de gelijkloonvergelijker, kunnen kaderleden van de bond zelf bekijken of de uitzendkrachten binnen hun bedrijf inderdaad het juiste loon krijgen. Bij metaalbedrijf Draka bleek dat na toepassing van de gelijkloonvergelijker de uitzendkrachten er tussen 25 procent en 40 procent inkomen bij moeten krijgen. De komende tijd gaat de bond de gelijkloonvergelijker in de hele metaalsector gebruiken.