Het uitgangspunt in het manifest is dat Nederland behoefte heeft aan flexibiliteit – contractueel, maar ook qua organisatie van werk (bedrijfs- en arbeidstijden, arbeidsinhoud) en dat die flexibiliteit goed en netjes moet worden geregeld en de nadelen ervan worden vermeden. Het volgende achten de auteurs cruciaal:
■ Geen afruil tussen enerzijds flexibiliteit en anderzijds productiviteit, kwaliteit en innovatie.
■ Geen tweedeling op de arbeidsmarkt maar verdere emancipatie en empowerment van werkende mensen.
■ Geen onnodige complexiteit, onduidelijkheid en belemmeringen.
Payrolling
Op het gebied van payrolling zou een maatregel kunnen zijn, zoals ook recent door de AWVN is geopperd op het jaarcongres 2012 ‘Flexibiliteit met perspectief ’, dat bepaalde varianten van payrolling worden heroverwogen. Als payrolling er toe leidt dat de (voormalige) werkgever zich bewust onttrekt aan voor zijn sector geldende regels of aan andere voor niet payroll-werkgevers geldende verplichtingen, kan dat worden tegengegaan.
Bedrijfseconomisch ontslag
Een andere maatregel zou kunnen zijn, in lijn ook met wat recent door de AWVN is geopperd, dat de speciale UWV-regels rond ontslag voor payroll-medewerkers vervallen. Dus geen ‘automatisch’ bedrijfseconomisch ontslag voor de medewerkers van een payrollonderneming, als de payrollopdracht wordt beëindigd door de opdrachtgever waar de medewerkers van de payrollonderneming werkzaam zijn.
Keurmerk
Verder zou een gedachte kunnen zijn dat payrollers een keurmerk ontwikkelen waarbij in geval van overgang van groepen payroll-medewerkers van inlener naar payroll-onderneming het pakket aan arbeidsvoorwaarden in ieder geval in niveau gehandhaafd blijft.