De onderhandelingen met de vakbonden over een nieuwe Cao voor uitzendkrachten zijn gestart. De ABU en de NBBU willen uitzendwerk verder verbeteren en zetten in op meer perspectief voor uitzendkrachten via de cao. Vakbond FNV pleit juist voor verandering van wetgeving.

De afgelopen jaren zijn werk- en inkomenszekerheid van uitzendkrachten verbeterd. Ook zijn de arbeidsvoorwaarden in lijn gebracht met werkenden in dienst van de opdrachtgever. Dat neemt niet weg dat een groeiende groep uitzendkrachten steeds langer en soms structureel is aangewezen op uitzendwerk. Veel inleners kiezen ervoor om structurele werkzaamheden door externe flexibiliteit in te laten vullen. Dit beperkt de doorstroommogelijkheden. Ook worden de risico’s voor flexibiliteit nog te vaak afgewenteld op hen die flexibel werken.

Dit menen uitzendkoepels ABU en NBBU. Zij zetten in op meer werk- en inkomenszekerheid voor uitzendkrachten én een gelijk speelveld. Investeringen in duurzame inzetbaarheid, een verbeterde pensioenregeling, verkorting van uitzendduur en contractflexibiliteit en invoering van standaard uitzendcontracten zijn onderdeel van het pakket voorstellen dat de ABU en de NBBU aan de vakbonden doet.

Jurriën Koops, directeur van de ABU: “Opdrachtgevers zoeken hun heil ook in ongeorganiseerde vormen van flexibel werk. Mogelijk gemaakt omdat adequate zzp-wetgeving ontbreekt. De ABU wil uitzendwerk verbeteren via de cao. Daarvoor is het essentieel dat er een gelijk speelveld komt voor alle vormen van flexibel werk. Wij erkennen dat er zaken te verbeteren zijn en moeten ook zorgen voor continuïteit van de branche. De ABU roept de politiek dan ook op om zo snel als mogelijk is te komen met sluitende wetgeving.”

Marco Bastian, directeur van de NBBU: “De uitzendbranche schept ieder jaar werkgelegenheid voor honderdduizenden mensen. We zijn bereid blijvend te investeren in het perspectief van deze werkenden. Door duurzame inzetbaarheid, maar ook bijvoorbeeld door verbetering van het pensioen voor uitzendkrachten. Daarmee wordt hun positie steeds verder versterkt.”

De ABU en de NBBU stellen voor om de contractflexibiliteit te verkorten van 5,5 naar 4 jaar. Ook ligt er een voorstel voor het invoeren van standaardcontracten voor uitzenden. Bedoeld om het speelveld binnen de branche gelijk te krijgen. De ABU en de NBBU zetten zwaar in op duurzame inzetbaarheid en zijn dan ook bereid om hun investeringen hierin te verhogen van 198 miljoen euro naar 365 miljoen euro.

FNV: verander de wet voor verbetering positie uitzendkrachten

De FNV pleit juist voor een verandering van wetgeving voor verbetering van de positie van uitzendkrachten. Uit een enquête onder 1.000 uitzendkrachten en een vervolgonderzoek onder 92 deelnemers blijkt dat ruim twee derde van de uitzendkrachten gemiddeld zeven jaar van uitzendbaan naar uitzendbaan wordt rondgepompt met nauwelijks zekerheid van werk en inkomen. Daarom publiceerde de FNV 9 september jl., op de dag waarop de cao-onderhandelingen startten, een witboek over de uitzendbranche. Hierin roept ze de politiek op de wet te veranderen, waardoor arbeidscontracten zonder enige garantie op werk en inkomen niet meer mogelijk zijn.

Zakaria Boufangacha, arbeidsvoorwaardencoördinator FNV: ‘Uitzendwerk is bedoeld voor het opvangen van ziekte of pieken in het werk. Dan spreek je over weken of maanden, niet over jaren. We willen af van die onzekere banen en contracten zoals nul-uren contracten.’

FNV spreekt over het rondpompen van mensen zonder enige zekerheid, maar wel de druk om elke dag weer paraat te staan. In het witboek over de uitzendbranche komen uitzendkrachten aan het woord en doet de vakbond aanbevelingen aan de overheid om de positie van uitzendkrachten te verbeteren. Naast het uitbannen van de genoemde nul-uren contracten wil de FNV dat de uitzendperiode drastisch wordt verkort tot eenmalig 26 weken (nu 78 weken).

ABU: Cao beste instrument om positie uitzendkrachten te verbeteren

De ABU is verrast over de overhandiging van een witboek aan minister Koolmees. Werkgevers zetten in op meer perspectief en zekerheid voor uitzendkrachten. Daarover zijn zij het eens met de FNV. De ABU is het niet eens met de FNV om zaken die al jarenlang via een cao worden geregeld via de wet te regelen. Zij meent dat de FNV in het witboek een extreem en onjuist beeld schetst door te stellen dat uitzendkrachten jarenlang worden rondgepompt. Zij verwijst naar onafhankelijk onderzoek naar de positie van uitzendkrachten dat onlangs in opdracht van het ministerie van SZW is verricht, waaruit onder andere is gebleken dat het onwaarschijnlijk is dat een substantieel deel van de uitzendwerknemers langer bij dezelfde uitzender verblijft dan het maximum van 78 gewerkte weken.

Samengevat willen beide onderhandelingspartners hetzelfde, namelijk dat uitzendkrachten meer zekerheid krijgen. De uitzendkoepels zijn ervan overtuigd dat de cao bij uitstek het instrument is om dit goed te regelen. Niet alleen wat betreft werkzekerheid, maar vooral ook als het gaat om scholing en duurzame inzetbaarheid. De FNV pleit juist voor verandering van de wet, zodat arbeidscontracten zonder enige garantie op werk en inkomen niet meer mogelijk zijn.

De onderhandelaars streven naar een nieuwe cao die op 1 juni 2021 in gaat.