Het aandeel vrouwen in de rvb is iets gestegen: van 7,4% (2012) naar 9,6% eind 2014. In de rvc van 9,8% naar 11,2%. Het streefcijfer wordt echter door de meeste bedrijven niet gehaald. Het aandeel bedrijven dat 30% m/v heeft gerealiseerd in de rvb is toegenomen van 9,3% (2012) naar 14,2% eind 2014. Voor de rvc van 14,7% naar 17,8%.
Geen vrouw
Een grote achterhoede van bedrijven blijft achter. Eind 2014 heeft 76% van de rvb’s en 63% van de rvc’s geen vrouw. De toename van het aandeel vrouwen in de rvb wordt gerealiseerd door 4,8% van de bedrijven en in de rvc door 8,1%.
Volgens de onderzoekers laten bedrijven kansen liggen om vrouwen te benoemen. Zo werden in 21% van de rvb’s en 36% van de rvc’s werden in 2014 één of meer personen nieuw benoemd. Een kwart daarvan heeft de nieuwe benoemingen ‘benut’ om het percentage vrouwen te vergroten.
Jaarverslag
Voor het wettelijk streefcijfer geldt een ‘pas toe of leg uit’-principe: wanneer de onderneming de streefcijfers niet bereikt, dient zij daarover gemotiveerd verantwoording af te leggen in het jaarverslag. Meer dan de helft (57%) van de bedrijven leggen echter in het jaarverslag niet uit waarom de samenstelling van de rvb en/of rvc niet evenwichtig is verdeeld. Niet meer dan 7% van de bedrijven voldoet aan alle rapportageverplichtingen voor de rvb, 8% voor de rvc.
Maatregelen verdeling
Verder blijkt uit de monitor dat bedrijven die door maatregelen bij de benoeming doelbewust streven naar een evenwichtige m/v-verdeling, ook vaker een vrouw in de rvc benoemen.