De polarisatie die in de maatschappij is geslopen, is ook steeds vaker terug te zien op de werkvloer. Vindingrijkheid van werkgevers is nodig om door te dringen tot elk van de doelgroepen. Dat constateert Randstad op basis van onderzoek onder ruim 12.000 Nederlanders.

Spanningen nemen toe door generatieverschillen, politieke overtuigingen en verschil in normen en waarden. Volgens het uitzendconcern kunnen werkgevers meer doen om die spanningen terug te dringen. “Voor het eerst in de geschiedenis werken vier generaties samen op de werkvloer. Begrip voor elkaar komt niet automatisch”, zegt gedragswetenschapper Oscar van Mourik van Randstad.

Niet eens zijn met de standpunten

Dat werknemers zo hun eigen voorkeuren hebben is al wat langer duidelijk. Uit onderzoek blijkt dat 37 procent van de Nederlandse werknemers een baan afwijst als zij het niet eens zijn met de standpunten van het leiderschap. Daarnaast zou 31procent organisaties vermijden die geen proactieve inspanningen tonen om hun diversiteit en gelijkheid te verbeteren. Ruim een kwart zou geen baan accepteren bij een bedrijf dat niet overeenkomt met hun sociale en milieugerelateerde waarden.

“Elk van de generaties op de werkvloer, die zich onderscheiden door het decennium waarin ze geboren zijn, heeft een eigen kijk op werk, privé en maatschappij”, zegt Van Mourik. “Het begrijpen van de verschillen en de overeenkomsten tussen deze generaties is voor een werkgever essentieel in het bevorderen van harmonie en samenwerking.”

Onderdeel worden van een team

Uit het onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat jongere werknemers menen meer tijd nodig te hebben om onderdeel te worden van een team. Ook is tussen jongere en oudere medewerkers vaak onvoldoende begrip.

En bovenop deze generatieverschillen komen de verschillen in culturele achtergronden en politieke overtuigingen, die kunnen leiden tot polarisatie. Daarmee lopen werkgevers volgens Van Mourik het risico op “verminderd onderling vertrouwen en meer conflicten, wat de prestaties van teams én het werkplezier negatief beïnvloedt”.

Met elkaar gemeen hebben

De gedragswetenschapper vindt daarom dat werkgevers in actie moeten komen om verschillen tussen werknemers te overbruggen. “Denk daarbij onder andere aan een open en inclusieve bedrijfscultuur, transparante communicatie en het delen van visies en waarden om bewustwording te creëren onder medewerkers van wat ze met elkaar gemeen hebben.”

Een aanbeveling om daar te komen is de open dialoog, zo benadrukt Van Mourik. “Zorg daarom voor een open dialoog zodat zij zo goed mogelijk kunnen samenwerken.”

Die open dialoog moet soms op een onorthodoxe wijze gevoerd worden. Van Mourik wijst op een evenementenorganisatie die zich beklaagde over twintigers die bij hen in dienst waren en die zich niet aan de instructies hielden. “Ze waren radeloos, die leidinggevenden”, vertelde Van Mourik op Radio 1. Toen de instructies niet meer op papier werden gezet maar via Whatsapp werden verstuurd, ging het al een stuk beter.

Ook stelt van Mourik dat de werkomstandigheden stimulerend moeten werken, want daar hechten alle medewerkers aan. Hij wijst op aantrekkelijk salaris en arbeidsvoorwaarden, een prettige werksfeer, balans tussen werk en privé, functie-inhoud en werkzekerheid terugkomen in de peiling. “Dat zijn belangrijke factoren voor werknemers.”