Een leidinggevende denkt vaak dat hij mensen aanstuurt om het werk te doen. Natuurlijk is het doel van zijn taak om werkprocessen zo effectief en succesvol mogelijk te laten verlopen. Wat hij zich misschien onvoldoende realiseert is dat hij net zoveel bedrijven aanstuurt, als het aantal mensen dat hij aanstuurt. Elke medewerker heeft een bedrijf in zijn hoofd: het breinbedrijf.

Het brein bedrijf heeft een ingang: de zintuigen. Daarna arriveert de bezoeker bij het front office. De reticulaire formatie beoordeelt waar de gast naar toe moet. Er staat een bewaker bij die onmiddellijk alarm kan slaan: de amygdala. Hij kan in actie komen met de juiste vecht- of vluchtrespons om veiligheid te garanderen.

De front office manager is de heer of mevrouw Thalamus. Thalamus beoordeelt de informatie van de gast na de eerste check van Reticulair op waarde en stuurt dit dan door naar de eigenaar van het bedrijf:  De Prefrontale Cortex.

De eigenaar van het bedrijf

De eigenaar heeft een heldere visie waar hij heen wil met zijn bedrijf. Hij heeft een punt aan de horizon, ziet voor zich waar hij wil staan en wat er dan bereikt is. Als de informatie van de gast past binnen zijn visie dan stuurt hij hem door naar het management team: de Anterieure Cingulate Cortex, Dorsolaterale PFC, Ventrolaterale PFC en de Obitofrontale PFC. Verder bekijkt hij steeds voor of na bepaalde activiteiten of alles nog steeds volgens zijn visie verloopt. Als dat zo is versterkt hij de activiteiten, anders stelt hij zijn koers bij.

Het managementteam bekijkt de risico’s, doet de fouten-analyse, schat de kansen in en beslist welke acties er moeten worden ondernomen en wanneer. Daarna zetten zij alle actie en reactie emotie operatoren aan het werk. De operatoren leveren de energie om de gekozen activiteiten tot uitvoering te brengen. Ze leiden de acties en reacties ergens heen, ergens vandaan of ze bevriezen de activiteiten.

Bottom-up of top-down?

Zo gaat het als de leidinggevende de top-down structuur van breinbedrijf van de medewerker weet aan te sturen. Als hij echter de bottom-up structuur prikkelt dan gaat er een ander mechanisme aan het werk. De medewerker zal dan eerst de onderste structuur van zijn breinbedrijf inschakelen. Dat bekijkt hoe het met zijn veiligheid en zekerheid is gesteld. Vervolgens start de primaten structuur: hoe staat het met mijn erkenning, status en positie ten opzichte van de anderen? Is er sprake van wederkerigheid en gelijke rechten?

Bottom-up betekent hier dat de leidinggevende de eigenaar van het breinbedrijf van de medewerkers overslaat. Hij neemt als het ware die positie zelf in. Het gevolg is: weinig of geen involvement= weinig of geen commitment. Daarvoor moet de eigenaar van het brein bedrijf worden ingeschakeld. Kennis is succes.

De basis van een succesvol bedrijf is naast de kwaliteit van de dienst die het verleent, de betrokkenheid en de inzet van het personeel. Kennis van de ‘breinbedrijven’ en het vermogen om dit in de praktijk te brengen door de leidinggevenden vergroot de betrokkenheid, het welzijn en de inzet van het personeel. Bijkomend voordeel is dat deze kennis ook helpt om het breinbedrijf van de klant te begrijpen. Daarmee versterkt men zijn relaties met de klant en wordt het makkelijker om klantgericht te werken. Daarnaast is het gebruiken van breinkennis bij reorganisaties, fusies en herstructureringen onmisbaar wil men dit effectief en succesvol doen.