In zijn proefschrift onderzoekt de promovendus aan de Erasmus Universiteit Rotterdam de factoren die moreel gedrag beïnvloeden. Hij stelt dat abstractie ons in staat stelt om ons te concentreren op datgene wat we op de lange duur belangrijk vinden (‘stable drivers’, stabiele drijfveren). Concreet denken vergroot het effect van kortstondige invloeden (‘fleeting drivers’, vluchtige factoren).
Abstract en moreel
Personen die abstract denken, zijn minder vatbaar voor zaken als corruptie, omdat dit vaak doorgaans tot stand komt door te antwoorden op vluchtige signalen, zoals steekpenningen. Een abstracte blik is daarom vaak noodzakelijk voor mensen om zich moreel te gedragen.
Concrete denkers
Managementstijlen waarin bonussen worden beloofd hebben een groter effect op concrete denkers aangezien deze prikkels doorgaans vluchtig van aard zijn. Met andere woorden: organisaties die vertrouwen op prikkels om werknemers te motiveren, kunnen beter mensen met een concrete denkwijze aannemen. Voor functies waarbij persoonlijke integriteit een grote rol speelt (bijvoorbeeld compliance), zijn mensen met een abstracte denkwijze geschikter.
Straffen
Dat abstract denken het uiten van stabiele morele principes en normen mogelijk maakt toont Van Houwelingen aan voor verschillende soorten moreel gedrag, zoals samenwerken, herstellen van vertrouwen en straffen. Zo passen abstracte denkers morele regels en normen toe bij de beslissing over het straffen van anderen. Concrete denkers maken daarentegen gebruik van situationele factoren om een passende mate van bestraffing te bepalen. Van Houwelingen toont verder aan dat dit ‘construal level’ van persoon tot persoon verschilt en dat het ook door de context wordt bepaald, bijvoorbeeld door de afstand tussen diegene die de straf oplegt en diegene die de straft ondergaat.
Experimenteel spel
Van Houwelingen verkreeg het merendeel van zijn data uit verschillende soorten experimenten, zowel in het laboratorium als op het internet. Zo heeft hij een experimenteel spel ontwikkeld waarbij deelnemers dachten dat ze met elkaar samenwerkten. Wanneer een van de spelers zich had misdragen, kon Van Houwelingen bijvoorbeeld observeren welke straf de andere speler hiervoor uitdeelde. Hierdoor kon hij het morele gedrag op een systematische wijze bestuderen, zonder te veel concessies aan het realisme van het experiment te hoeven doen.