HR-professionals kunnen zich opmaken voor een rustig jaar, want grote ingrepen in het sociaal beleid blijven uit in het op Prinsjesdag gepresenteerde beleid. Twee details: werken gaat iets meer lonen en oudere werknemers in dienst nemen wordt fiscaal minder gunstig.

Op Prinsjesdag zaten weer tal van beleidsvoornemens verstopt in de presentatie van de kabinetsplannen. Wat opvalt is dat werknemers opeens iets meer van hun loon overhouden. Maar niet alles is leuk. De subsidie voor het aannemen van oudere werknemers gaat op de helling. Een overzicht van de belangrijkste kabinetsplannen voor HR-zaken.

Exit Loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemers

Het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers (56 jaar of ouder) wordt in 2025 verlaagd van 3,05 naar 1,35 euro per uur. In 2026 gaat er helemaal eens streep doorheen. Dit geldt voor dienstverbanden die zijn begonnen op of ná 1 januari 2024. Voor dienstverbanden die vóór 1 januari 2024 zijn begonnen, blijven de huidige bedragen (2024) van toepassing totdat de maximale toepassingstermijn van drie jaar is verstreken.

Verschillen in nettosalaris bij minimumloon

Het netto maandsalaris van werkend Nederland met een modaal inkomen in 2024 (3433,68 euro) stijgt per 1 januari 2025 met 42,91 euro. Dat is een stijging van 1,53 procent. Medewerkers die in 2024 twee keer modaal verdienen (6867,28 euro), krijgen er volgend jaar netto 56,58 euro per maand bij. Dat is een stijging van 1,26 procent.

Sinds 1 januari 2024 wordt er gewerkt met een minimumuurloon, dat gebaseerd is op een 36-urige werkweek. Wanneer het minimumuurloon hetzelfde blijft zoals nu, zijnde 13,68 euro per uur, zijn de ontwikkelingen van het minimum netto salaris per 1 januari 2025 als volgt:

  • Nederlanders die het minimumloon verdienen en 36 uur per week werken, zien hun nettosalaris dalen met 4,75 euro naar 2059,08 euro per maand. Procentueel is dit een daling van 0,23 procent ten opzichte van juli 2024. Deze daling wordt veroorzaakt door het omlaag brengen van de heffingskorting.
  • Nederlanders die het minimumloon verdienen en 38 uur per week werken, zien hun nettosalaris stijgen met 16,75 euro naar 2150,05 euro per maand. Procentueel is dit een stijging van 1,11 procent ten opzichte van juli 2024.
  • Nederlanders die het minimumloon verdienen en 40 uur per week werken, zien hun nettosalaris stijgen met 24,58 euro naar 2229,19 euro per maand. Procentueel is dit een stijging van 1,11 procent ten opzichte van juli 2024.[/kader]

Fiscale vrijstelling thuiswerkvergoeding stijgt

In het Belastingplan 2025 zijn ook maatregelen opgenomen die geen directe invloed hebben op het salaris, maar wel op de portemonnee van werkend Nederland. Zo stijgt de thuiswerkvergoeding met 2,13 procent van 2,35 euro naar 2,40 euro per dag.

De tarieven in de inkomstenbelasting en daarmee ook de loonbelasting worden aangepast. In plaats van twee komen er per 2025 drie tarieven. Het tarief in de eerste schijf wordt verlaagd naar 35,82 procent. Het tarief in de tweede schijf wordt 37,48 procent in 2025. Het tarief in de derde schijf blijft 49,50 procent.

Algemene heffingskorting verlaagd

De algemene heffingskorting wordt verlaagd met 335 euro in 2025. Het afbouwpunt van deze korting wordt gekoppeld aan de hoogte van het wettelijk minimumloon. De arbeidskorting wordt in 2025 iets verhoogd tot 5.590 euro. De afbouwgrens wordt met 3.114 euro verhoogd en de afbouw eindigt bij circa 129.000 euro.

30%-regeling voor expats wordt tikje versoberd

De voorgenomen afbouw van de 30%-regeling voor expats (een fiscale vrijstelling) wordt weer teruggedraaid. Wel wordt het percentage van de fiscale vrijstelling voor expats verlaagd naar 27 procent per 2027. Ook gaan de minimale inkomensgrenzen voor deelname aan deze regeling per 2027 omhoog. Voor werknemers die in 2024 reeds deelnemen aan de regeling, blijven het oude percentage (30%) en de oude salarisnormen voor de gehele looptijd van toepassing.

Fiscale bijtelling elektrische auto van de zaak omhoog

De bijtelling voor de volledig elektrische auto van de zaak gaat in 2025 omhoog. Er is een verlaagd percentage bijtelling van toepassing bij een cataloguswaarde tot 30.000 euro. Over hogere bedragen geldt altijd 22 procent bijtelling. In 2026 verdwijnt dit onderscheid en is deze bijtelling van toepassing op de volledige cataloguswaarde. Deze percentages zijn van toepassing op auto’s die in het betreffende jaar voor het eerst op de weg zijn toegelaten.

Vrijstelling OV-abonnementen geldt ook internationaal

Vanaf 2024 zijn alle zakelijk gebruikte abonnementen en kortingskaarten voor OV in Nederland al fiscaal vrijgesteld. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt of de OV-kaart vergoed, verstrekt of ter beschikking is gesteld. De kaart mag ook privé gebruikt worden.

Het privégebruik is fiscaal vrijgesteld als de OV-kaart eigendom is van de werkgever. Per 1 januari 2025 vervalt de voorwaarde dat het om OV in Nederland moet gaan, waardoor ook abonnementen of kortingskaarten voor buitenlands OV vanaf dat jaar fiscaal vrijgesteld zijn.

Minder snel sprake van herziening van de deeltijdovereenkomst

Aan het eind van het jaar moeten werkgevers toetsen of een deeltijdovereenkomst met meer dan dertig procent is overschreden. Bij overschrijding moet voor elke betreffende werknemer over het hele jaar alsnog het hogere herziene tarief voor sociale verzekeringen worden betaald. Dat gaat in dat geval om vijf procent extra premie van het sv-loon.

De definitie van de deeltijdovereenkomst wordt per 2025 verruimd. Hierdoor is er minder snel sprake van een herziening. Tot en met 2024 wordt een werknemer als voltijd beschouwd bij een gemiddelde arbeidsduur van 35 uur of meer. Per 2025 wordt dat aangepast naar meer dan 30 uur.

Rapporteren CO2-uitstoot werkgebonden personenmobiliteit intact

De verplichting voor werkgevers om vanaf 1 juli te rapporteren over de CO2-uitstoot van werkgebonden personenmobiliteit blijft intact. Het gaat om woon-werkverkeer en zakelijke reizen. Uiterlijk 30 juni 2025 moeten werkgevers de gegevens over dit jaar aanleveren bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Studiemigratie aangepakt

Het kabinet ziet weliswaar het belang van kennismigranten voor de economie, maar treft tegelijkertijd wel maatregelen om de studiemigratie af te remmen.