44% van de HR-professionals is ervan overtuigd dat hun productiviteit in de afgelopen periode van thuiswerken is gestegen. Toch doet thuiswerken niet voor iedereen wonderen. Voor 33% van de HR-medewerkers heeft de werkplek geen invloed op de productiviteit, en 23% zegt thuis minder werk te verzetten. Voor werkgevers is het effect op de productiviteit minder duidelijk zichtbaar.

Dat blijkt uit recent onderzoek van recruitmentbureau Robert Walters onder 553 hoogopgeleide professionals in Nederland. 82% van de werkgevers geeft aan dat zij thuiswerken een blijvend onderdeel van de arbeidsvoorwaarden willen maken. 87% van de werknemers is daar blij mee. Opvallend is dat de HR-professional iets minder vaak aangeeft thuis te willen werken dan werknemers in andere vakgebieden. 13% wil het liefst zo snel mogelijk weer fulltime naar kantoor. En maar 3% van de HR-professionals zou het liefst standaard vanuit huis werken, met incidentele bezoekjes aan kantoor. Dit tegenover 16% van de rest van werkend Nederland. Toch wil de grootste groep van de HR-professionals, namelijk 45%, graag een of twee dagen per week vanuit huis werken. Een-derde wil graag een paar keer per maand thuiswerken.

Iris Jansen, HR recruitment specialist bij Robert Walters: “Dat HR-professionals minder graag thuis willen werken dan de meeste andere werknemers ligt ook wel aan de aard van het werk. Ze zijn toch vaak het eerste aanspreekpunt in de organisatie en het is daarom belangrijk dat ze ook fysiek op kantoor zijn. Bovendien is HR natuurlijk echt mensenwerk en de meeste professionals die een dergelijk beroep kiezen vinden het fijn om mensen om zich heen te hebben.”

Positieve en negatieve invloeden

Opmerkelijk is dat dezelfde thuiswerkfactoren zowel een positieve als negatieve invloed kunnen hebben op de productiviteit, afhankelijk van de medewerker:

  • Niet meer onderweg. Het wegvallen van de reistijd werd door alle respondenten als positief ervaren. Hoe vullen HR-medewerkers deze tijd in? 38% werkt langer door, en 33% besteedt meer tijd aan het huishouden. De rest van de professionals gebruikt de tijd om langer te slapen, te sporten, meer (virtuele)tijd door te brengen met hun naasten of door op andere manieren te ontspannen. 
  • Werken als de kinderen slapen. 71% van de HR-medewerkers verzet meer werk door het flexibel kunnen indelen van de eigen werkuren. Wellicht zijn zij door het thuiswerken beter in staat om hun werkdag aan te passen aan hun eigen bioritme. Toch werkt deze vrijheid niet voor iedereen. Van de HR-professionals die hun productiviteit de afgelopen weken zag dalen, wijst 22% de grote mate van flexibiliteit als schuldige aan. Vooral alleenstaanden hebben moeite met het aanbrengen van structuur in hun dag. Hier hebben werknemers met thuiswonende kinderen en samenwonende werknemers nagenoeg geen last van.
  • Focus vinden. Terwijl een deel van de respondenten juist minder wordt afgeleid wanneer zij thuis werken en daardoor productiever zegt te zijn, vinden anderen juist dat er thuis te veel afleiding is. Van de groep HR-medewerkers die hun productiviteit door het thuiswerken zag dalen, geeft 56% aan dat dit komt door te veel afleiding. Deze groep professionals bestaat vooral uit werknemers met kinderen. De HR-professionals van wie de productiviteit gelijk bleef of steeg ervaren thuis juist minder afleiding. Voor hen heeft vooral het afgenomen aantal vergaderingen een positieve invloed op hun productiviteit. 

Jansen: “Dat HR-professionals aangeven productiever te zijn doordat ze minder vergaderen, geeft stof tot nadenken. De afgelopen periode van thuiswerken waar alles ook met minder vergaderingen bleef doordraaien, kan misschien een omslag teweegbrengen in de vergadercultuur van veel organisaties.