Als HR-manager houd u zich bezig met complexe vraagstukken in complexe krachtenvelden. Leg uw dilemma aan mij voor.

Als HR-manager ben ik verantwoordelijk voor twee directies. Met de ene directeur heb ik een goed contact; zij gebruikt mij echt als sparringpartner en vertrouwt mij. De relatie met de andere directeur is vrijwel het tegenovergestelde.
Ik werk hier nu twee jaar en zij heeft mij vanaf het begin gemeden. Zij praat wel met een van mijn adviseurs, maar ik krijg nauwelijks contact met haar. Ik voel mijn weerzin tegen haar groeien. Het is op deze manier erg lastig om voor haar mijn werk te doen.

T. de B. HR-verantwoordelijke bij een ministerie

De basis van elke samenwerking is natuurlijk de relatie. Die moet van twee kanten komen. U zit duidelijk in de allergie van uw klant. Hoe dat komt is niet in een korte column te analyseren.
Wel is duidelijk dat uw relatie met uw directeur een hopeloze is, ervan uitgaande dat u verschillende pogingen hebt gedaan.
Soms werkt het gewoon niet. Dat voelt frustrerend. De neiging bestaat om in zo’n geval de ander (ook) zwart te gaan maken. Als iemand mij niet mag, mag ik haar ook niet. Ik raad u dat af. Het voelt aanvankelijk opluchtend om de ander te beschimpen, maar uiteindelijk maakt u de zaak alleen maar complexer.
Ik adviseer u de situatie pragmatisch aan te pakken. Blijkbaar heeft de directeur wel een goede relatie met één van uw adviseurs. Maak die tot haar officiële contactpersoon. Begeleid uw adviseur in het geven van de juiste adviezen. Benoem de nieuwe situatie openlijk. Ga naar de directeur en geef aan dat volgens u de relatie met haar niet erg constructief is en dat u daarom besloten hebt de adviseur die ze wel vertrouwt tot contactpersoon te maken. Wedden dat zij uw actie zal waarderen? Komt het misschien toch nog goed tussen jullie. (Nee hoor, ik denk het niet.)