
Dat is de uitkomst van een onderzoek van psycholoog Paolo Toffanin, waarop hij volgende maand aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) promoveert. Toffanin heeft een methode ontwikkeld, waarmee verschillende fysiologische reacties in de hersenen van elkaar kunnen worden onderscheiden. Hieruit blijkt dat er bij zijn proefpersonen in werkelijkheid nooit sprake is van multitasken, een vaardigheid waarin vooral vrouwen goed zouden zijn.
Hulpbronnen
Ook heeft Toffanin vastgesteld dat slimme mensen geen grotere hersenen hebben dan anderen, ze zetten hun hersenen alleen slimmer in. Mensen met een hoog IQ doen op het optimale moment een beroep op hulpbronnen in hun hoofd, zoals aandacht en geheugen. “Niet de omvang, maar het feit wat je met je hersenen doet heeft invloed op begaafdheid,” aldus de psycholoog.