In zijn laatste boek ‘Dit kan niet waar zijn’ hekelt Joris Luyendijk bankiers uit de Londense City. Hij verwijt hen amoreel gedrag. Ik was het me eigenlijk niet bewust maar werd erop geattendeerd dat amoreel gedrag wat anders is dan immoreel gedrag.

In Trouw van 28 april legt Luyendijk het verschil met twee voorbeelden uit: “The Wolf of Wall Street, van de film, is een makelaar die aandelen in niet bestaande bedrijven verkoopt. Dat is immoreel, crimineel gedrag: de wet zegt 120, hij gaat 180. Amoreel is: ik ga 120, er staat ook 120 op de borden, maar ik zit wel in een woonwijk.” Amoreel gedrag is dus dat het officieel wel mag maar je zelf niet meer de vraag stelt of het wel goed is wat je doet. Je schakelt je eigen oordeel over wat wenselijk is uit. Essentie: zolang je je naar de regels gedraagt, is wat je doet goed. Je hebt als het ware je eigen moraal geoutsourcet aan de regels.

Interessant is dat Luyendijk in zijn boek op meerdere plekken – bijna tot zijn schrik – constateert dat de bankiers die hij sprak vrijwel allemaal aardige mensen zijn. En hij constateert dan ook “(…) ze hebben wel degelijk moraal, maar niet op hun werk”. De interessante vraag is hierbij natuurlijk hoe het toch komt dat sommige organisaties blijkbaar in staat zijn van aardige mensen amorele professionals te maken.

Ik herken Luyendijks observatie zelf ook. Ik werk veel voor financiële dienstverleners en heb me recentelijk na alle discussies afgevraagd welke van de honderden mensen die ik daar ken, ik nu amoreel gedrag heb zien vertonen óf waarvan ik het vermoed. Ik kwam tot minder dan 5. Zijn het dan weinigen die het voor veel verpesten of zijn er systeemkenmerken – zoals perverse prikkels – die van in principe morele mensen amorele professionals maken? Ik heb de neiging om het laatste te denken – ook vanuit een basisgeloof dat u, uw familie, vrienden en buurtgenoten beste mensen zijn die goed willen doen.

Zou het kunnen dat een overmaat aan regels, voorschriften, beoogde resultaten, codes en gewenste gedragingen juist leidt tot het thuislaten van aanwezige moraliteit? Dat we omdat het mag met 120 km per uur door de woonwijk- die-werk-heet scheuren terwijl je als je er werkelijk over nadenkt het wel uit je hoofd zou laten. Als dit zo is dan is de logische consequentie dat de reflex van nog meer regels (nu niet harder dan 80 hoor!) alleen maar leidt tot het nog meer thuislaten van aanwezige moraliteit. Terwijl we toch eigenlijk willen dat we met elkaar bewust meer stil staan bij of we werkelijk vinden dat we de goede dingen doen.

De discussie die is ontstaan over moraliteit in het werk is niet eenvoudig, wellicht ongemakkelijk, roept emoties op en creëert soms zelfs afstand tussen mensen. Maar als we humane organisaties willen creëren die zonder al teveel regels toch de goede dingen doen, dan ontkomen we er niet aan deze discussie verder te voeren. Mede met dank aan Luyendijk.